Onderhoud riemen
De riemen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsu-
ren—Controleer de drijfriem(en) van
het maaidek.
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen,
schroeiplekken, slijtage, tekenen van oververhitting
en andere schade.
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren
tijdens het draaien van de riem, slippen van de
messen tijdens het maaien, gerafelde randen,
schroeiplekken en scheuren. Vervang de riem als u
een van deze tekenen gewaar wordt.
Voordat u de drijfriem van
het maaidek vervangt
1.
Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem
in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Maak het motorscherm open; zie
motorscherm openmaken (bladz.
Drijfriem van maaidek
vervangen
1.
Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem
in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Vervang de drijfriem zoals wordt getoond in
Figuur
70.
Het
27).
4.
De transmissieriem
vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren—De
1.
2.
3.
46
Figuur 70
Sluit het motorscherm; zie
sluiten (bladz.
28).
transmissieriem vervangen.
Verwijder de brandstoftank; zie
verwijderen (bladz.
36).
Verwijder de dop van het hydraulische reservoir.
Zoek de aftappluggen onderaan de transmissie
en plaats een opvangbak onder de plug
71).
g031344
Het motorscherm
Brandstoftank
(Figuur