Werking van het veiligheidssys-
teem
Het veiligheidssysteem is bedoeld om het inschakelen
van de aftakas alleen mogelijk te maken wanneer u
1 van de volgende doet:
•
Zet één van de rijhendels in de middelste,
onvergrendelde stand.
•
Trek de aftakasschakelaar in de stand A
Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de
maaimessen/het werktuig worden uitgeschakeld
als u de rijhendels beweegt of vrijzet in de
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
De urenteller is voorzien van symbolen om
de gebruikers op de hoogte te stellen dat de
onderdelen van het veiligheidssysteem in de juiste
stand staan. Als het veiligheidssysteem zich in
de juiste stand bevindt, wordt er een driehoekje
verlicht in het betreffende hokje
1. De driehoekjes worden verlicht als het veiligheidssysteem
zich in de juiste stand bevindt.
Het veiligheidssysteem testen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Controleer de werking van het veiligheidssysteem
telkens voordat u de machine gebruikt.
Opmerking:
Als het veiligheidssysteem niet werkt
zoals hieronder wordt beschreven, moet u het direct
laten repareren door een erkende servicedealer.
1.
Start de motor; zie
2.
Zet de rijhendels in de middelste, ontgrendelde
stand.
Opmerking:
De messen/het werktuig en de
motor moeten tot stilstand komen.
3.
Start de motor en zet de parkeerrem vrij.
4.
Zet één van de rijhendels in de middelste,
onvergrendelde stand.
AN
.
(Figuur
7).
Figuur 7
Motor starten (bladz.
5.
Hou de rijhendel in de middelste, onvergrendelde
stand, trek de aftakasschakelaar omhoog en
laat de schakelaar los.
Opmerking:
maaimessen/het werktuig moeten ingeschakeld
worden.
6.
Beweeg of zet de rijhendels vrij in de
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
.
Opmerking:
tot stilstand komen en de motor moet blijven
draaien.
7.
Druk de aftakasschakelaar omlaag en beweeg
een van de rijhendels naar de middelste,
onvergrendelde stand.
8.
Hou de rijhendel in de middelste, onvergrendelde
stand, trek de aftakasschakelaar omhoog en
laat de schakelaar los.
Opmerking:
maaimessen/het werktuig moeten ingeschakeld
worden.
9.
Duw de aftakasschakelaar omlaag naar de
stand U
Opmerking:
tot stilstand komen.
10.
Zet terwijl de motor loopt de aftakasschakelaar
omhoog en laat deze los zonder een van de
rijhendels in de middelste, onvergrendelde stand
te houden.
g031282
Opmerking:
niet ingeschakeld worden.
Tijdens gebruik
Algemene veiligheid
•
De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor
ongelukken die persoonlijk letsel of materiële
schade kunnen veroorzaken, en hij dient zulke
ongelukken te voorkomen.
•
Draag geschikte kleding en uitrusting,
zoals oogbescherming, een lange broek,
16).
stevige schoenen met een gripvaste zool en
gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en
draag geen losse kleding of juwelen.
•
Geef uw volledige aandacht als u de machine
gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig
bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders
kunnen er letsels ontstaan of kan eigendom
worden beschadigd.
13
De koppeling en de
De messen/het werktuig moeten
De koppeling en de
.
IT
De messen/het werktuig moeten
De messen/het werktuig mogen
.