6.
Start de motor en rijd naar een vlak gebied.
7.
Controleer het oliepeil opnieuw.
Het motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
Opmerking:
Vervang het oliefilter van de motor
vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of
zanderige omstandigheden.
1.
Laat de olie uit de motor lopen; raadpleeg
Motorolie verversen (bladz.
2.
Vervang het motoroliefilter
Figuur 46
33).
(Figuur
47).
g194610
Opmerking:
oliefilter contact maakt met de motor en draai
het filter nog ¾ slag extra vast.
3.
Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie
Motorolie verversen (bladz.
Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode- en de massa-elektrode correct is voordat u
de bougie monteert.
Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren van
de bougie(s) en een voelermaat voor het meten en
afstellen van de elektrodenafstand. Monteer indien
nodig nieuwe bougies.
Type: NGK® BPR4ES of een equivalent type
34
Figuur 47
Controleer of de pakking van het
33).
g031341
g027477