9.
Draai de borgmoer vast tot de spanbus tegen de
binnenzijde van de zwenkwielvork rust
61).
10.
Smeer de nippel op het zwenkwiel.
Opvulstuk van de koppeling
verwijderen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Als de koppelingsrem is versleten tot het punt waarop
de koppeling niet meer consistent aangrijpt, kunt u
het opvulstuk verwijderen om de levensduur van de
koppeling te verlengen
1. Armatuur
2. Veldafdekking
3. Rotor
4. Montagebout van rem
1.
Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Blaas met perslucht al het vuil onder de
remstang en rond de afstandsstukken van de
rem weg.
(Figuur
62).
Figuur 62
5. Afstandsstuk van rem
6. Opvulstuk.
7. Remstang
(Figuur
4.
Controleer de staat van de bedrading van de
kabelboom, de aansluitingen en de polen.
Reinig of repareer deze indien nodig.
5.
Controleer dat er 12 V op de koppelingsconnec-
tor staat als u de aftakasschakelaar inschakelt.
6.
Meet de opening tussen de rotor en de armatuur.
Als de opening groter is dan 1 mm, ga dan als
volgt te werk:
A.
g010869
1. Montagebout van rem
B.
43
Figuur 63
Draai beide montagebouten een halve tot
een hele slag los zoals wordt getoond in
Figuur
64.
Opmerking:
Verwijder de remstang
niet van de veldafdekking/armatuur. De
remstang is versleten rond de armatuur en
moet blijven passen nadat u het opvulstuk
hebt verwijderd om voldoende remkoppel te
garanderen.
Figuur 64
Verwijder het opvulstuk met een punttang
of met de hand.
Opmerking:
Gooi het opvulstuk niet weg
totdat u zeker weet dat de koppeling naar
behoren werkt.
g010868
g010870