Initialisatie door handleesapparaat
►
De exploitant van het voertuig moet
ervoor zorgen dat het systeem correct
geïnstalleerd en in bedrijf gesteld is. Daar-
bij hoort het instellen van de aanbevolen
streefdrukwaarden, de juiste toewijzing
van de bandsensoren bij de wielpositie
enz.
►
Bij het vastleggen van de streefdruk voor
de aparte assen moeten de aanwijzingen
van de bandenfrabrikanten in acht geno-
men worden.
Neem voor de instelling van het CAN-bus formaat het
volgende in acht:
–
CPC-systeem als onafhankelijk systeem.
CAN-bus formaat „CPC+J1939" selecteren.
CPC-systeem aangesloten op een ander systeem.
–
Met de aanbieder van het andere systeem afspreken
welk CAN-bus formaat benodigd wordt.
CPC+J1939:
J1939-Standard: PGN 65268
Nadat de voertuigconfiguratie geselecteerd is en alle rele-
vante systeeminstellingen uitgevoerd zijn volgt het inleren
(teachen) van de bandensensoren.
►
Aan de linkerkant van het display van het
handleesapparaat wordt de eerste, aan de
rechterkant de laatste as weergegeven.
Houd het handleesapparaat aan de aangegeven wielpo-
sitie en aan de zijwand als in de animatie op het display
volgen.
AANWIJZING
PGNs 65268, 65280, 65281,
65282, 65284
AANWIJZING
83