Montage
Als het systeem in combinatie met een ander systeem wordt
toegepast en hierbij het display of de drukcontrole-indicatie
niet wordt gebruikt, dan:
■
Moet de exploitant ervoor zorgen dat de bestuurder in
geval van optredende waarschuwingen of foutmeldin-
gen zo snel mogelijk op een geschikte manier wordt
geïnformeerd.
►
Bij waarschuwingen met een hoge prio-
riteit (zie tabel op de volgende bladzijde)
en bij foutmeldingen moet de bestuurder
bij het optreden van de waarschuwingj /
foutmelding op een geschikte manier
geïnformeerd worden.
►
Bij waarschuwingen met een lage prioriteit
(zie tabel op de volgende bladzijde) moet
de bestuurder bij het optreden van de
waarschuwing op een geschikte manier
geïnformeerd worden.
De volgende tabel toon een overzicht van de mogelijke waar-
schuwingen.
Zie voor gedetailleerde informatie en instructies voor deze
waarschuwingen de betreffende hoofdstukken in het Gebrui-
kershandboek van het systeem.
►
Zie voor details bij mogelijke foutmeldin-
gen hoofdstuk „11.1 Foutmeldingen en
instructies".
AANWIJZING
AANWIJZING
55