4.5
centraal controle eenheid (Central Control Unit - CCU)
De door de bandensensor gedetecteerde gegevens worden
draadloos naar de centraal controle eenheid verstuurd.
Voor de ontvangst van deze radiosignalen zorgt een in het
huis van het besturingsapparaat geïntegreerde antenne die
de storingsvrij ontvangst van de druk- en temperatuursigna-
len van alle bandensensoren waarborgt.
De centraal controle eenheid is geschikt voor de werking met
12/24 Volt.
De montage van het centrale besturingsapparaat gebeurt
op een centrale plek aan het voertuigchassis zodat er een
probleemloze ontvangst van de radiografische signalen van
de bandensensoren mogelijk is. Voor een goede radio-ont-
vangst is het raadzaam de meegeleverde houder te gebrui-
ken (zie hoofdstuk „4.8 Houder").
De centrale besturingseenheid is verkrijgbaar in twee ver-
sies:
●
Regeleenheid met zwarte stekker:
zonder aansturing van de lucht controle indicator
●
Regeleenheid met grijze stekker:
met aansturing van de lucht controle indicator
1
1
Huis
Aansluitstekker
2
Het systeem kan tot 32 bandsensoren per regeleenheid be-
heren. Tijdens de werking optredende fouten worden in de
elektronica voor diagnosedoeleinden opgeslagen.
Opbouw en functie
2
26