5.5.1
Voorwaarde voor een optimaal ontvangst
Het ontvangstbereik van de extra ontvanger is eender als
een bol, waarbij met toenemende afstand t.o.v. de bandsen-
soren de ontvangstkwaliteit minder wordt. In het gedeelte
achter de houder is het ontvangst beperkt (zie de afbeelding
hierna).
De optimale positionering van de extra ontvanger is
■
in het midden van de achterkant van het voertuig
en
■
met een zo klein mogelijke afstand t.o.v. de grond
(veiligheidsafstanden bijv. t.o.v. de weg aanhouden).
Dit levert in het beste geval een rechtstreekse zichtlijn tussen
extra ontvanger en de zijwanden van alle te bewaken banden
op.
►
Als de extra ontvanger t.o.v. de zijkant
verschoven wordt aangebracht zodat de
kopkant naar het draaivlak van sommige
banden wijst is er kans dat het ontvangst
van de sensorsignalen voor deze banden
belemmerd wordt.
AANWIJZING
Montage
40