Opbouw en functie
4
Opbouw en functie
4.1
Functiebeschrijving
4.2
Overzicht
Het systeem maakt o.a. de continue bewaking van de ban-
denspanning en de bandentemperatuur mogelijk. De status
wordt op het display aangegeven. Bij een drukdaling van een
band ontvangt de bestuurder onmiddellijk een waarschu-
wing hierover.
Het basissysteem bestaat uit een dipslay, de centraal contro-
le eenheid (Central Control Unit - CCU) en de bandsensoren.
Iedere bandensensor, bevestigd aan de binnenkant van de
banden, stuurt de gedetecteerde waarden met een radio-
grafisch signaal door naar de centraal controle eenheid. De
geanalyseerde gegevens worden dan via het CAN-bussy-
steem naar het display in de bestuurderscabine verzonden.
De bestuurder kan op ieder tijdstip de gewenste informatie
weer laten geven en op die manier op de hoogte blijven van
temperatuur en druk van de banden. In geval van een afwij-
king van de geprogrammeerde waarde voor de bijbehoren-
de ingestelde drukwaarden wordt op het display meteen een
waarschuwing weergegeven.
4
1
1
1
1
1
1
Bandsensor
1
Centraal controle eenheid
2
(Central Control Unit - CCU)
Display
3
Extra ontvanger
4
3
2
1
2
PRESSURE
(BAR)
9.0
9.0
7.5
7.5
7.5
7.5
9.0
9.0
9.0
9.0
9.0
9.0
3
23