6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Isotoop
Toepassing
Bediening vergrendelen/
vrijgeven
60
6.6.1 Inbedrijfname
In dit menupunt kunt u de MINITRAC 31 op de in de stralingsbronhou-
der ingebouwde isotoop instellen.
Controleer daarvoor, welke isotoop in de stralingsbronhouder is
ingebouwd. Deze informatie vindt u op de typeplaat van de stralings-
bronhouder.
Door deze keuze wordt de gevoeligheid van de sensor optimaal aan
de isotoop aangepast.
De MINITRAC 31 heeft deze informatie nodig voor de vervalcompen-
satie. Daardoor komt een jaarlijkse kalibratie te vervallen.
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende
menupunt.
Voer hier de betreffende toepassing in.
Met dit menupunt kunt u de sensor op de gewenste toepassing
aanpassen. U kunt uit de volgende toepassingen kiezen: " Niveau", "
Dichtheid", " Niveau", " Alarm externe straling" of " correctie werkelijke
waarde".
In het menupunt " Bediening blokkeren/vrijgeven" beschermt u de
sensorparameters tegen ongewenste of onbedoelde veranderingen.
De sensor wordt daarbij permanent geblokkeerd/vrijgegeven.
Bij vergrendeld instrument zijn alleen nog de volgende bedienings-
functies zonder PIN-invoer mogelijk:
•
Menupunten kiezen en data weergeven
•
Data vanuit de sensor in de display- en bedieningsmodule inlezen
Voordat u de sensor bij vrijgegeven toestand blokkeert, kunt u de
viercijferige PIN veranderen.
Onthoud de ingevoerde PIN-code goed. Bediening van de sensor is
alleen nog maar met deze PIN-code mogelijk.
Opgelet:
Bij actieve PIN is de bediening via PACTware/DTM en via andere
systemen tevens geblokkeerd.
De PIN in uitleveringstoestand is " 0000".
MINITRAC 31 • Foundation Fieldbus