6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Opgelet:
Onafhankelijk van de gekozen referentiegrootheid wordt het relais bij
een storing spanningsloos.
Uitgezonded bij " Externe straling" als referentiegrootheid. In dit geval
is een stoingsmelding niet actief.
6.3.2 Overige instellingen
Reset
Bij een reset worden alle instellingen behalve enkele uitzonderingen
gereset. De uitzonderingen zijn: PIN, taal en SIL.
De volgende resetfuncties staan ter beschikking:
Basisinstellingen: resetten van de parameterinstellingen naar
defaultwaarden op het tijdstip van uitlevering af fabriek. Opdrachtspe-
cifieke instellingen worden daarbij gewist.
Fabrieksinstellingen: resetten van de parameterinstellingen idem
als bij " Basisinstellingen". Bovendien worden speciale parameters
naar de defaultwaarde teruggezet. Opdrachtspecifieke instellingen
worden daarbij gewist.
Sleepwijzer meetwaarde: resetten van de parameterinstellingen
in het menupunt " Inbedrijfname" naar de defaultwaarden van het
betreffende instrument. De opdrachtgerelateerde instellingen blijven
behouden, maar worden niet in de actuele parameters overgenomen.
Sleepwijzer temperatuur: terugzetten van de gemeten min. en max.
temperaturen op de actuele meetwaarde.
De volgende tabel toont de defaultwaarden van het instrument. De
waarden gelden voor de toepassing " Niveau". De toepassing moet
eerst worden gekozen.
Afhankelijk van de uitvoering van het instrument zijn niet alle menu-
punten beschikbaar resp. verschillend bezet:
35
MINITRAC 31 • Foundation Fieldbus