WAARSCHUWING
Contact met een scherp mes kan ernstig letsel
veroorzaken.
Draag handschoenen of wikkel een doek om de
scherpe kanten van het mes.
1. Pak het uiteinde van het mes vast met een doek of een
dikke handschoen.
2. Verwijder de mesbout, de klemring en het mes van de
spilas
(Figuur
88).
De maaimessen slijpen
WAARSCHUWING
Bij het slepen van messen kunnen delen van het mes
worden weggeslingerd en ernstig letsel veroorzaken.
Draag goede oogbescherming als u een mes slijpt.
1. Gebruik een vijl om de snijranden aan beide uiteinden
van het mes te slijpen
de oorspronkelijke hoek in stand. Het mes blijft in
balans als u van beide snijranden dezelfde hoeveelheid
materiaal verwijdert.
Figuur 86
1. Onder oorspronkelijke hoek slijpen
2. Controleer de balans van het mes met een mesbalans
(Figuur
87). Als het mes horizontaal blijft, is het in
balans en geschikt voor gebruik. Als het mes niet in
balans is, moet u wat metaal afvijlen van het uiteinde
van de vleugel
(Figuur
totdat het mes in balans is.
Figuur 87
1. Mes
(Figuur
86). Houd daarbij
88). Herhaal dit indien nodig
2. Mesbalans
Maaimessen monteren
1. Monteer het mes op de as
Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet
naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om
een goede maaikwaliteit te garanderen.
2. Monteer de klemring en de mesbout. De conus van
de klemring moet worden gemonteerd op de boutkop
(Figuur
88).
3. Draai de mesbout vast met een torsie van 115 tot 150
N.
1. Vleugel van het mes
2. Mes
Grasgeleider vervangen
WAARSCHUWING
Als de uitworpopening niet afgedekt is, kan de
maaimachine voorwerpen uitwerpen naar u of naar
een omstander; dit kan ernstig letsel veroorzaken.
Daarnaast kunt u ook in contact komen met het
mes.
• Gebruik de machine nooit zonder afdekplaat,
mulchplaat of een grasafvoer en een grasvanger.
• Controleer of de grasgeleider omlaag staat.
1. Verwijder de borgmoer, bout, veer en afstandsstuk
waarmee de grasgeleider vastzit op de draaibeugels
(Figuur
89). Verwijder een beschadigde of versleten
grasgeleider.
2. Plaats een afstandsstuk en de veer op de grasgeleider.
Plaats het L-vormige uiteinde van de veer achter de
rand van het maaidek.
63
(Figuur
88).
Figuur 88
3. Klemring
4. Mesbout