Algemeen overzicht
van de machine
1. Hefpedaal maaihoogtedek
2. Transportvergrendeling
3. Parkeerremhendel
4. Bedieningsorganen
5. Rijhendel
Bedieningsorganen
Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
voordat u de motor start en de machine gebruikt
en
Figuur
5).
g019888
Figuur 4
6. Rolbeugel
7. Veiligheidsgordel
8. Brandstoftankdop
9. Maaidek
10. Zwenkwiel
(Figuur 4
1. Urenteller
2. Contactschakelaar
3. Brandstofafsluitklep
4. Akoestisch
waarschuwingssignaal
5. Schakelaar gloeibougie
Urenteller
De urenteller registreert het aantal uren dat de motor in bedrijf
is geweest. De urenteller werkt als de motor loopt. Gebruik
deze tijden om regelmatig onderhoudswerkzaamheden te
plannen
(Figuur
5).
Indicators veiligheidssysteem
Er bevinden zich symbolen op de urenteller en deze geven
met een zwarte driehoek aan dat het veiligheidssysteem zich
in de juiste stand bevindt
Accu-indicatielampje
Als het contactsleuteltje aanvankelijk gedurende een paar
seconden naar de stand L
accuspanning weergegeven in het gebied waar normaal de
uren worden weergegeven.
Het acculampje wordt ingeschakeld wanneer het contact
is ingeschakeld en wanneer de lading zich onder het juiste
bedrijfsniveau bevindt
16
Figuur 5
6. Indicatielampje van
gloeibougie
7. Motortemperatuurlampje
8. Gashendel
9. Aftakasschakelaar
(Figuur
6).
wordt gedraaid, wordt de
OPEN
(Figuur
6).