•
Maaiomstandigheden met hoog, dicht gras.
•
Natte omstandigheden.
•
Om het energieverbruik van de motor te verminderen.
•
Voor een hogere rijsnelheid in zware omstandigheden.
Hefmechanisme bedienen
De hendel van het hefmechanisme wordt gebruikt met de
maaihoogtehendel voor het maaidek. Hiermee kunt u het
maaidek gemakkelijker opheffen.
1. Zet uw voet op de hendel van het hefmechanisme.
2. Trap hierop terwijl u de maaihoogtehendel omhoog
trekt
(Figuur
27).
1. Bediening van hefmechanisme
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven. De
stand van de stoel moet zo zijn dat u de machine het best
kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
Om de bestuurdersstoel af te stellen, moet u de hendel
zijwaarts bewegen. Hiermee ontgrendelt u de stoel
28).
Figuur 26
Figuur 27
g019754
De stoelophanging verstellen
De stoel kan worden versteld zodat u prettig en comfortabel
kunt rijden. Zet de stoel in een stand die voor u het meest
comfortabel is.
Om de stoel te verstellen, draait u de knop in een van beide
richtingen om de meest comfortabele positie te verkrijgen
(Figuur
29).
1. Knop voor stoelophanging
Bestuurdersstoel
ontgrendelen
1. Beweeg de stoel zo ver mogelijk naar achteren. Dit
voorkomt dat de stoel ergens tegen aan komt wanneer
u hem omhoog brengt.
2. Duw de stoelvergrendeling naar achteren om de stoel
te ontgrendelen.
3. Zet de stoel omhoog. Hierdoor kunt u bij het deel van
de machine onder de stoel komen
(Figuur
28
Figuur 28
g019768
1
Figuur 29
(Figuur
30).