1. Pool voor startkabel
3.
Sluit één uiteinde van de plus (+) van de
startkabel aan op de pool voor de startkabel
(Figuur
54).
4.
Sluit het andere uiteinde van de plus (+) van de
startkabel aan op de pluspool van de accu in de
andere machine.
5.
Sluit het ene uiteinde van de min (-) van de
startkabel aan op de minpool van de accu in de
andere machine.
6.
Sluit het andere uiteinde van de min (-) van de
startkabel aan op een aardingspunt, zoals een
ongeverfde bout of een deel van het chassis.
7.
Start de motor van de andere machine. Laat
de motor een aantal minuten draaien en start
vervolgens de tweede motor.
8.
Koppel de kabels in de omgekeerde volgorde
los.
9.
Plaats de kap van de pool voor de startkabel.
Onderhoud van de
zekeringen
De elektrische installatie is beveiligd door middel
van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud.
Als er een zekering is doorgebrand, moet u echter
het onderdeel of circuit controleren op defecten of
kortsluiting. In
Figuur 55
de locaties van de zekeringen.
Figuur 54
ziet u de zekeringhouder en
g033902
1. Zekering – 20 A
2. Zekering – 15 A
Opmerking:
zekering van het hoofdcircuit of de zekering van het
bedieningspaneel/relais zijn doorgebrand.
41
Figuur 55
3. Zekering – 10 A
4. Zekering – 7,5 A
Als de tractie-eenheid niet start, kan de
g029409