Gebruiksaanwijzing
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Belangrijk:
Controleer voordat u de
tractie-eenheid bedient het brandstof- en oliepeil
en verwijder vuil. Zorg ervoor dat het werkgebied
vrij is van mensen en van vuil. U moet ook de
locaties van alle elektriciteits- en gasleidingen
kennen en gemarkeerd hebben.
Veiligheid staat voorop
Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en
-symbolen in het hoofdstuk Veilige bediening. Met
behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat
omstanders of uzelf letsel oplopen.
VOORZICHTIG
Deze machine stelt de gebruiker bloot aan
geluidsniveaus die bij langdurige blootstelling
kunnen leiden tot gehoorbeschadiging.
Draag gehoorbescherming als u deze machine
gebruikt.
Gebruik beschermingsmiddelen voor uw ogen, oren,
handen, voeten en hoofd.
Figuur 23
1. Draag oogbescherming.
g009027
2. Draag gehoorbescher-
ming.
Brandstof bijvullen
Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof
of biodieselbrandstof met een laag (<500 ppm)
of ultralaag (<15 ppm) zwavelgehalte. Het
cetaangetal moet minimaal 40 zijn. Koop brandstof in
hoeveelheden die binnen 180 dagen kunnen worden
gebruikt zodat u verzekerd bent van verse brandstof.
Inhoud brandstoftank: 41 liter
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij
temperaturen boven -7 °C en winterdieselbrandstof
(nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen
beneden -7 °C. Gebruik van winterdieselbrandstof
bij lage temperaturen biedt een lager vlampunt en
een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en
vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen
boven -7 °C zal draagt bij aan een langere
levensduur van de pomp dan bij gebruik van
winterdieselbrandstof.
Belangrijk:
Gebruik geen kerosine of benzine
in plaats van dieselbrandstof. Als u deze
waarschuwing niet in acht neemt, kan dit leiden
tot beschadiging van de motor.
WAARSCHUWING
Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname.
Langdurige blootstelling aan dampen kan
leiden tot ernstig letsel en ziekte.
• Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
• Houd uw gezicht uit de buurt van een
vulpijp en de opening van een tank of een
blik met conditioner.
• Houd brandstof uit de buurt van ogen en
huid.
Biodieselklaar
Deze machine kan ook gebruik maken van een
dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80%
petrodiesel). Het deel petrodiesel moet een laag of
ultralaag zwavelgehalte hebben. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
•
Her deel biodiesel van de brandstof moet voldoen
aan de specificatie ASTM D6751 of EN 14214.
•
Het dieselmengsel moet voldoen aan de vereisten
van ASTM D975 of EN 590.
•
Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd
door biodiesel.
•
Gebruik bij koud weer B5 (biodieselinhoud 5%) of
mengsels met een lager percentage.
•
Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen,
die in contact met brandstof komen, omdat zij in de
loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast.
19