INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD
6.6.3
Par 148 = 2
In deze modus beheert het systeem de cascade zo dat het maxi-
male aantal modules is ingeschakeld.
Deze modus is soortgelijk aan de modus 0 waarbij het verschil in
de regels voor inschakeling en uitschakeling zit.
Ook in dit geval blijven de regels op basis van de vorige grafiek
geldig met de volgende verschillen (in elk geval altijd slechts toe
te passen op de "balancing"-categorie):
Om een bijkomende depending-module toe te voegen, beoor-
deelt de managing-module of de som van de vermogens (bere-
kend op basis van het ventilatortoerental) van alle actieve ther-
mische modules groter is dan het product van het aantal actieve
depending-modules plus één en de waarde van het minimum-
vermogen (Par 152) plus een hysteresewaarde (bepaald door Par
153). [Σ( P1,P2,...Pn) > (n+1) * (Par 152) + (Par 153)].
Om een depending-module uit te schakelen, beoordeelt de
managing-module of de som van de vermogens (berekend op
basis van het ventilatortoerental) van alle actieve thermische
modules lager is dan het product van het aantal actieve depen-
ding-modules en de waarde van het minimumvermogen (Par
152). [Σ( P1,P2,...Pn) < (n) * (Par 152)].
9
Houd er rekening mee dat het vermogenspercentage vari-
eert van 1% bij het minimum tot 100% bij het maximum, dus
de waarden van de parameters 152 en 153 mogen niet als
een absoluut vermogenspercentage worden beschouwd.
82