Inhoudsopgave
Advertenties
4.3.1
Zonecontrole met Depending-module
Bij gebruik op een cascade-installatie met zonecontrole voor
verwarming met een thermische DEPENDING-module moeten
de volgende wijzigingen worden doorgevoerd nadat de aan-
sluitingen zijn uitgevoerd zoals beschreven in de Cascadehand-
leiding.
Op het display van de thermische Depending-module waaraan
de zone is verbonden:
Par. 97
− indien ze geconfigureerd is met waarde = 1 (gebruik met
circulatiepomp), moet ze worden gewijzigd met waarde
= 9
− indien ze geconfigureerd is met waarde = 2 (gebruik met
een tweewegventiel), moet ze worden gewijzigd met
waarde = 8
9
De configuratie 97=8 kan NIET toegepast worden in model-
len die over een standaard geïnstalleerde verwarmingske-
telcirculator beschikken.
Par. 205
Standaard is de parameter uitgeschakeld. Om de zoneherken-
ning in te schakelen, moet de waarde worden gewijzigd van
"DIS" naar "ENA" en dit moet vervolgend worden bevestigd.
Nadat de wijzigingen zijn doorgevoerd, zullen op het display van
de inrichting de volgende nieuwe functies beschikbaar zijn:
− in het menu "Informatie" verschijnt het nummer van
de aangesloten zone (zone van de dependent-module),
waarvan de informatie kan worden weergegeven;
− in het menu "Instellingen" verschijnen twee nieuwe re-
gels:
− "Config. Dependent-zone."
− "Klimaatcurve Dependent-zone."
− in het menu "Tijdprogramma" verschijnt de nieuwe lijn:
− "Programma Zone Dep."
Verbinding in cascade
MANAGING
1
2
3
4
5
6
7
BUS 1
DEPENDING
1
2
3
4
5
DEPENDING
1
2
3
4
5
DEPENDING
1
2
3
4
5
ACCESSOIRES GEMENGDE ZONE
SAFETY
ROOM
FLOW
THERMOSTAT
THERMOSTAT
SENSOR
1
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
ACCESSOIRES GEMENGDE ZONE
SAFETY
ROOM
FLOW
THERMOSTAT
THERMOSTAT
SENSOR
1
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
MO1
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18
MO1
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18
BUS 2
MO1
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18
BUS 2
MO1
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18
BUS 2
M03
MIX VALVE
PUMP
BUS
L
N
L
L
N L
N
M03
MIX VALVE
PUMP
BUS
L
N
L
L
N L
N
4.3.2
Verwijdering dependent-zone
Om een dependent-zone te verwijderen, moet te werk worden
gegaan in de omgekeerde richting van diens installatie:
− ga naar het menu parameters en selecteer e par. 205.
Wijzig de waarde van "ENA" naar "DIS";
− wijzig de par. 97. Als par. 97 = 9, dan moet er worden
gewijzigd naar = 1; als par. 97 = 8, dan moet er worden
gewijzigd naar = 2.
In het menu "Informatie":
− ga naar "Staat dependent-zone";
− selecteer het nummer van de depending-zone;
− het veld "Detectie" geeft "NEE" aan;
− selecteer "Zone verwijderen", wijzig het naar "JA" en be-
vestig.
Nu zal in de menu's "Instellingen" en "Informatie" de depen-
ding-zone niet langer worden weergegeven.
De elektrische regeling van de thermische module controleert
automatisch welke zones zijn aangesloten op de bus.
De menu-opties van de zone in de elektrische regeling in de
thermische module zullen beschikbaar zijn wanneer 1 of meer
zonebeheerinrichtingen worden gedetecteerd.
De elektronische regeling van de thermische module slaat het
gedetecteerde zonenummer op wanneer een inrichting wordt
aangesloten.
Het gedetecteerde zonenummer wordt niet automatisch ver-
wijderd wanneer het overeenkomstige accessoire niet langer is
aangesloten.
Het zonenummer moet handmatig worden verwijderd.
Verwijderen van zonenummer
− verwijder de busaansluiting van de te verwijderen zone;
− ga naar het menu Instellingen/Config. Zone/Zone;
− selecteer de losgekoppelde zone;
− ga naar Verwijder Zone;
− druk op de toets ► om de waarden naar voren te bren-
gen en wijzig ze naar "Ja" met behulp van de toetsen ▲ /
▼. Druk op de toets ● om te bevestigen zodat de zone uit
de menu's van het display wordt verwijderd.
Voorbeeld:
Externe Zone
3
"
"
Detectie
"
"
Verwijder Zone
"
"
Externe Zone
3
"
"
Detectie
"
"
Verwijder Zone
"
"
69
SYSTEEMBEHEER
Nee
"
"
Nee
"
"
Nee
"
"
Ja
"
"
Advertenties
Inhoudsopgave
