De pannenhouder voorzichtig verwijderen.
1.
De branderonderdelen voorzichtig verwijderen.
2.
De branderonderdelen met een afwasborstel en af-
3.
wasmiddel reinigen.
4.
De branderonderdelen met schoon water afspoelen.
De branderonderdelen voor het plaatsen volledig la-
5.
ten drogen, anders kunnen er storingen bij het ont-
steken of tijdens het gebruik optreden.
11.9 Kookzone-knoppen reinigen
Reinig de kookzone-knoppen na het gebruik als er zich
vuil of vlekken op bevinden.
Reinigingsondersteuning
12 Reinigingsondersteuning
De reinigingsondersteuning is een snel alternatief voor
de reiniging van de binnenruimte tussendoor. De reini-
gingsondersteuning verdampt zeepsop en maakt op
deze manier het vuil los. Zo kan vuil gemakkelijker wor-
den verwijderd.
12.1 Reinigingsondersteuning instellen
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Door water in de hete binnenruimte kan hete water-
damp ontstaan.
Nooit water in de hete binnenruimte gieten.
▶
Vereiste: De binnenruimte dient volledig afgekoeld te
zijn.
Verwijder de accessoires uit de binnenruimte.
1.
Een druppel afwasmiddel met 0,4 l water mengen
2.
en in het midden op de bodem van de binnenruimte
gieten.
Geen gedestilleerd water gebruiken.
Stel met de functiekeuzeknop de verwarmingsme-
3.
thode Onderwarmte
4.
Met de temperatuurknop 80 °C instellen.
Het apparaat 4 minuten inschakelen.
5.
Rekjes
13 Rekjes
Om de rekjes en de binnenruimte grondig te reinigen
kunnen deze worden verwijderd.
13.1 Rekjes verwijderen
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
De rekjes kunnen zeer heet zijn.
Raak de rekjes nooit aan wanneer ze heet zijn.
▶
Laat het apparaat afkoelen.
▶
Houd kinderen op een veilige afstand.
▶
in.
Opmerking:
¡ Houd de aanwijzingen omtrent ongeschikte reini-
gingsmiddelen aan.
¡ Geen schraper voor de vitrokeramische kookplaat
gebruiken.
¡ Gebruik geen reinigingsmiddel voor vitrokeramische
kookplaten.
¡ De kookzone-knoppen niet verwijderen.
De kookzone-knoppen schoonmaken met warm
1.
zeepsop en een zachte doek.
– De doek goed uitwringen. De doek mag niet te
nat zijn.
– Nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik grondig uit-
wassen.
Met een zachte doek nadrogen.
2.
Na 4 minuten het apparaat uitschakelen en ca. 20
6.
minuten laten afkoelen.
12.2 Binnenruimte na gebruik reinigen
LET OP!
Als de binnenruimte te lang vochtig blijft, ontstaat er
corrosie.
Na de reinigingsondersteuning de binnenruimte uit-
▶
vegen en volledig laten drogen.
Vereiste: De binnenruimte is afgekoeld.
De deur van het apparaat openen en het restwater
1.
met een goed opnemende sponsdoek opnemen.
2.
Gladde oppervlakken in de binnenruimte reinigen
met een schoonmaakdoekje of zachte borstel. Ver-
wijder hardnekkige resten met een schuursponsje
van roestvrij staal.
Kalkranden verwijderen met een in azijn gedrenkte
3.
doek. Met schoon water afnemen en met een zach-
te doek ook onder de deurafdichting droogwrijven.
Als de binnenruimte voldoende is gereinigd:
4.
Om de binnenruimte te laten afkoelen, de deur
‒
van het apparaat in ca. 30° grendelstand ca. 1
uur openen
Het rekje van onderen vasthouden en iets naar vo-
1.
ren trekken. Trek de verlengingspennen onder in de
rekjes uit de bevestigingsopeningen.
Reinigingsondersteuning nl
21