Voor het plaatsen van de elektriciteitskabels moeten ge-
schikte starre en/of buigzame leidingen worden gebruikt
Om interferenties te voorkomen wordt geadviseerd de
verbindingskabels van de accessoires op laagspanning en
de bedieningskabels gescheiden te houden van de voe-
dingskabels 230/115 V~ door gebruik te maken van aparte
buizen.
3.2. Voorbereidende controles
Voor een goede werking van het automatische systeem moet de
constructie van de al bestaande of nog te realiseren poort aan
de volgende eisen voldoen:
•
de mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming
zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605.
•
de lengte van de vleugel dient in overeenstemming te zijn met
de eigenschappen van de aandrijving.
•
de constructie van de vleugels dient stevig en stijf te zijn, geschikt
voor het automatische systeem
•
de beweging van de vleugels moet regelmatig en gelijkmatig
zijn, zonder wrijvingen en verstroevingen langs de hele openin-
gsbeweging
•
de scharnieren moeten voldoende stevig en in goede staat zijn
•
er moeten mechanische eindaanslagen voor opening en sluiting
zijn
•
er dient een goede aarding aanwezig te zijn voor de elektrische
aansluiting van de aandrijving
Het wordt aanbevolen eventuele smidswerkzaamheden uit
te voeren voordat het automatische systeem geïnstalleerd
wordt.
De staat van de constructie van de poort is direct van invloed
op de betrouwbaarheid en de veiligheid van het automati-
sche systeem.
3.3. Installatiematen
Bepaal de montagepositie van de aandrijving aan de hand van
fig. 4.
Controleer zorgvuldig of de afstand tussen de geopende vleugel
en eventuele obstakels (muren, omheiningen, enz.) groter is dan
de ruimte die de aandrijving nodig heeft.
Model
A
a
90°
145
415 (Slag 300)
110° 120
90°
195
415 L (Slag 400)
110° 170
nuttige slag van de aandrijving
a
maximum afmeting
b
minimum afmeting
c
3.3.1. a
lgemene Regels VooR het bepalen Van de installatiematen
•
voor openingen van de vleugel onder 90°: A+B=C
•
voor openingen van de vleugel van meer dan 90°: A+B<C
•
kleinere maten A en B hebben hogere perifere snelheden van
de vleugel tot gevolg.
•
het verschil tussen maat A en maat B mag niet groter zijn dan 4
cm: grotere verschillen veroorzaken grote variaties in de snelheid
tijdens de openende en sluitende beweging van de poort.
•
houd een maat Z aan, zodat de aandrijving niet tegen de pila-
ster stoot.
•
bij de uitvoeringen LS worden de eindschakelaars ingeschakeld
gedurende de eerste en laatste 30 mm. Het is daarom nood-
zakelijk de maten A en B te gebruiken, om de hele slag van de
aandrijving te benutten. Kleinere slagen zouden het regelveld van
de eindschakelaars kunnen beperken of teniet kunnen doen.
Als de afmetingen van de pilaster of de positie van het scharnier
het niet mogelijk maken de aandrijving te installeren, moet er een
nis in de pilaster worden gemaakt om de maat A te kunnen res-
pecteren, zoals aangegeven op fig. 5. De afmetingen van de nis
moeten zodanig zijn dat de aandrijving gemakkelijk kan worden
geïnstalleerd en kan draaien, en dat het ontgrendelmechanisme
kan worden bediend.
3.4. Installatie van de aandrijvingen
1.
Bevestig de achterste beugel op de plaats die u eerder heeft
bepaald. In het geval van ijzeren pilasters moet de beugel
B
C
D
Z
L
a
b
c
145
290
85
60
1110
135
295
60
60
1110
195
390
125
70
1290
170
390
110
60
1290
nauwkeurig direct op de pilaster worden gelast (fig. 6). In het
geval van een gemetselde pilaster moet de speciale plaat
(optie) voor bevestiging met schroeven (fig. 7) worden ge-
bruikt. Maak gebruik van geschikte bevestigingssystemen. Las
de beugel vervolgens nauwkeurig aan de plaat.
Controleer tijdens het bevestigen met een waterpas of de
beugel perfect horizontaal is.
2.
Assembleer de achterste bevestiging van de aandrijving zoals
aangegeven op fig. 8.
Stel de aandrijving in op handbediening (zie par. 5)
3.
4.
Haal de steel helemaal naar buiten, tot aan de aanslag , fig.
9 ref. a.
Vergrendel de aandrijving weer (zie par. 5.1)
5.
6.
Draai de steel een halve/hele slag met de klok mee, fig. 9
ref. b
Assembleer de voorste beugel zoals aangegeven op fig. 10.
7.
8.
Bevestig de aandrijving aan de achterste beugel met de
bijgeleverde pennen, zoals aangegeven op fig. 11.
Alvorens de aandrijving aan de zojuist beugel te lassen, moet
u wachten tot deze is afgekoeld.
9.
Sluit de vleugel en zoek het bevestigingspunt van de voorste
beugel op terwijl u de aandrijving perfect horizontaal houdt
(fig.12).
10.
Bevestig de voorste beugel voorlopig met twee laspunten
(fig.12).
Als de beugel niet stevig aan de constructie van de poort kan
worden vastgezet, moet er een stevige ondergrond op de
constructie van de poort worden aangebracht.
11.
Ontgrendel de aandrijving (zie par. 6) en controleer met de
hand of de poort helemaal en ongehinderd open kan gaan
en stopt tegen de mechanische eindaanslagen, en of de
beweging van de vleugel regelmatig en zonder wrijvingen
verloopt.
12.
Voer de nodige correcties uit en herhaal de handelingen
vanaf punt 8.
13.
Maak de aandrijving tijdelijk los van de voorste beugel en las
de beugel definitief.
Als de constructie van de vleugel niet geschikt is om de
beugel te lassen, kan deze aan de vleugel worden vastge-
E
c
schroefd met behulp van een geschikt bevestigingssysteem.
Ga hiervoor te werk zoals eerder beschreven is.
45
Het is raadzaam alle bevestigingspennen van de bevestigin-
gen in te vetten.
45
3.5. Bedrading van de aandrijving
Aan de onderkant van de aandrijving zit een klemmenbord voor
aansluiting van de motor, de eventuele eindschakelaars en de
aarding van de aandrijving.
Voor de verbinding van de motor moet de bijgeleverde kabel
worden gebruikt voor het verplaatsbare gedeelte of anders
een verplaatsbare kabel voor buiten.
Doe het volgende voor de bekabeling van de motor:
1.
Maak een van de twee voorgeperforeerde gaten in het bijge-
leverde deksel open, fig. 13. Bij aandrijvingen met eindschake-
laars moeten beide gaten worden opengemaakt.
2.
Monteer de bijgeleverde kabelklem.
Maak de verbindingen met de motor en de aarding, zie hier-
3.
voor fig. 14 en de volgende tabellen.
Pos.
Kleur
Blauw (Blank)
a
Bruin (Root)
b
Zwart (Zwart)
c
T
Geel-Groen (Groen) Aarding
Pos.
Kleur
Blauw
a
Niet gebruikt
b
Bruin
c
T
Niet gebruikt
415
Gids voor de installateur
413 230 V~ (115 V~)
Beschrijving
Gemeenschappelijke
Fase 1
Fase 2
413 24 V
Beschrijving
Fase 1
/
Fase2
/
Page