Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

REMKO MVT Series Bedieningshandleiding pagina 21

Inhoudsopgave

Advertenties

LET OP!
Controleer beslist vóór
de inbedrijfstelling of de
aangesloten elektrische en
koudemiddelleidingen bij elkaar
horen!
De aansluitingen van de
individuele kringlopen mogen
niet onderling verwisseld
worden.
Een verwisseling van de stuur-
en koudemiddelleidingen kan
fatale gevolgen hebben (schade
aan de compressor)!
De inbedrijfstelling van de
individuele kringlopen moet na
elkaar gebeuren.
Functiecontrole en
proefdraaien
Controleer de volgende punten:
Lekdichtheid van de
koelmiddel-leidingen.
Gelijkmatige loop van
compressor en ventilator.
Afgifte van koude lucht bij
de binnenunit en verwarmde
lucht door de buitenunit tijdens
koelbedrijf.
Functiecontrole van
de binnenunit en alle
programma's.
Controle van de oppervlakte-
temperatuur van de
zuigleiding en bepaal de
verdamperoververhitting.
Houd de thermometer tegen de
aanzuigleiding voor het meten
van de temperatuur en trek de
op de manometer afgelezen
kookpunttemperatuur af van de
gemeten temperatuur.
Noteer de gemeten
temperaturen in het
inbedrijfstellingsrapport.
Functietest van bedrijfsmodus
koelen
1. Verwijder de afsluit-doppen van
de kleppen.
2. Begin met de inbedrijf-stelling,
door de afsluitkleppen van de
buitenunit kort te openen, tot
de manometer een druk van ca.
2 bar aangeeft.
3. Controleer de lekdichtheid van
alle gemaakte aansluitingen
met lekzoekspray of geschikte
lekzoekapparatuur. Als u geen
lekkages hebt gevonden, draai
dan de afsluitkleppen met een
zeskantsleutel linksom tot de
aanslag open.
Als u lekkages hebt
geconstateerd, moet de defecte
aansluiting opnieuw tot stand
gebracht worden. Het opnieuw
tot stand brengen van een
vacuüm en een droging is
daarbij verplicht!
4. Schakel hoofdschakelaar in het
gebouw resp. de
zekering in.
5. Stel de insteltemperatuur
op de binnenunit met de
afstandsbediening in op een
lagere waarde dan de actuele
ruimtetemperatuur.
6. Schakel de binnenunit om naar
koelmodus.
OPMERKING
Door de inschakelvertraging
loopt de compressor pas na
enkele minuten aan.
7. Controleer tijdens het
proefdraaien alle regel-, stuur-
en veiligheidsinrichtingen
op hun werking en correcte
instelling.
8. Controleer de besturing
van de binnenunit op basis van
de in de gebruikshandleiding
beschreven functies.
Timer, temperatuurinstellingen
en alle modusinstellingen.
9. Meet de oververhitting,
buiten-, binnen-, uitstroom- en
verdamper-temperaturen en
noteer de meetgegevens in het
inbedrijfstellingsrapport.
OPMERKING
Controleer de individuele
bedrijfsparameters met
behulp van de display op de
buitenunit, zoals op pagina 22
is beschreven en noteer deze
in het inbedrijfstellingsrapport.
10 Verwijder de manometer.
11. Ga bij alle andere
koudekringlopen te werk zoals
eerder beschreven.
Afsluitende maatregelen
Stel de insteltemperatuur in op
de gewenste waarde met de
afstandsbediening.
Monteer alle gedemonteerde
onderdelen.
Geef de gebruiker instructies
over het gebruik van de
installatie.
OPMERKING
Controleer na elke ingreep
in de koudekringloop
de afsluitkleppen en de
afsluitdoppen op lekkages.
Gebruik eventueel geschikt
afdichtmateriaal.
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mvt 600 dcMvt 900 dcMvt 950 dcMvt 1050dc

Inhoudsopgave