Elektrische Aansluiting - REMKO MVT Series Bedieningshandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor MVT Series:
- Bedienings- en installatiehandleiding (76 pagina's) ,
- Montage- en gebruikershandleiding (68 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
REMKO MVT
LET OP!
Er moet een vacuüm van min.
20 mbar abs. tot stand worden
gebracht!
De tijdsduur voor het verkrijgen
van het vacuüm is afhankelijk
van het leiding-volume van de
binnenunit en de lengte van
de koudemiddelleidingen, de
procedure duurt echter minimaal
60 minuten.
Zodra de vreemde gassen en het
vocht volledig uit het systeem
verwijderd zijn, de kleppen van
het manometerstation sluiten en
de kleppen van de buitenunit
openen, zoals beschreven is in het
hoofdstuk "Inbedrijfstelling".
9
Aansluiten van de buitenunit
10
Aansluiten van de leiding
Klemmenblok
Netaansluiting
Stekkeraansluiting
stuurleiding
binnenunit A
Stekkeraansluiting
stuurleiding
binnenunit C
Stekkeraansluiting
stuurleiding
binnenunit B
Trekontlasting
16
Elektrische aansluiting
Bij de apparaten MVT
600-1050 DC moet een
netvoedingsaansluitleiding en de
vieraderige stuurleiding (levering
binnenunit) van de binnenunit
naar de buitenunit verlegd
worden.
Wij adviseren voor de stuurleiding
een leiding met een doorsnede van
minimaal 1,5 mm² te gebruiken.
LET OP!
Het elektrische installeren
moet gebeuren door een
gespecialiseerd bedrijf. De
montage van de elektrische
aansluiting moet spanningsloos
gebeuren.
Aansluiten van de buitenunit
Vóór u begint met het aansluiten
moet u de volgende aanwijzingen
opvolgen:
De schakelkast moet in de
■
buurt van de buitenunit
geïnstalleerd worden.
We adviseren leen hoofd-
/ reparatieschakelaar te
gebruiken (afbeelding 9).
De netvoeding van de
■
binnenunit gebeurt via de
verbindingsleiding van de
buitenunit.
De elektrische afzekering van
■
de installatie moet gebeuren
volgens de technische gegevens.
Noodzakelijke doorsneden
aanhouden!
Wordt de buitenunit op een
■
dak gemonteerd, moet ervoor
worden gezorgd dat deze
tegen bliksem-inslagen wordt
beschermd.
Markeer de elektrische
■
stuurleiding en de daarbij
horende koudemiddelleidingen
van elke binnenunit met
dezelfde letter. (A tot D).
Sluit de leidingen alleen
■
aan op de aansluitingen die
gemarkeerd zijn met dezelfde
letters.
Een verwisseling van de stuur-
en koudemiddelleidingen kan
fatale gevolgen hebben, zoals
schade aan de compressor!
Voor het aansluiten van de leiding
als volgt te werk gaan:
1. Verwijder de aan de
aansluitzijde de zijwand.
2. Kies de doorsnede van de
aansluitleiding volgens de
voorschriften.
3. Voer de leidingen door de
beschermringen van de vaste
aansluitplaat.
4. Verbinding de stuurleiding in
de betreffende klemme. Let
op de juiste toewijzing van de
kringlopen.
5. Mochten de meegeleverde
stuurleiding te kort zijn, kunnen
ze op de binnenunit losgemaakt
en vakkundig verlengd worden.
6. Veranker de leiding in de
trekontlasting en bouw het
apparaat weer samen.
OPMERKING
Bij enkele binnenunits zijn
extra sensorleidingen resp.
stuurleidingen noodzakelijk.
LET OP!
Controleer of alle elektrische
stekker- en klemverbindingen
goed vastzitten en goed contact
maken, eventueel aandraaien.
Advertenties
Inhoudsopgave
