12. Installeer eerst de verbindingen
van de koudemiddel-leidingen
met de afsluit-kleppen met
de hand, om voor een goed
passende aansluiting de
waarborgen.
13. Bevestig daarna de koppelingen
definitief met 2 steeksleutels
met de juiste sleutelwijdte.
Houd tijdens het vastschroeven
in ieder geval met een
steeksleutel tegen
(afbeelding 8).
14. Voorzie ten slotte
de geïnstalleerde
koelmiddelleidingen, inclusief
koppelingen, van een geschikte
warmte-isolatie.
15. Gebruik alleen voor het
temperatuurbereik toepasbare
en diffusiedichte isolatieslangen.
5
Ontbramen van de koudemiddelleiding
Koudemiddelleiding
Ontbramer
6
Omflenzen van de koudemiddelleiding
Felsgereedschap
16.Ga bij het aansluiten van alle
overige koudemiddelleidingen
aan de afsluitkleppen te werk
zoals hierboven beschreven. Let
altijd op de markering van de
bijbehorende kringlopen van
inspuit- en zuigleidingen!
OPMERKING
Er mag alleen gereedschap
worden gebruikt, dat geschikt is
voor gebruik in de koeltechniek.
Buigtang, pijpsnijder, ontbramer
en felsgereedschap.
LET OP!
Controleer of de aangesloten
inspuit- en zuigleidingen
bij elkaar horen. Let op de
lettermarkeringen!
De aansluitingen van de
individuele kringlopen mogen
niet onderling verwisseld
worden.
7
Correcte flensvorm
8
Schroefkoppelingen vastdraaien
Vastdraaien met 1e steeksleutel
Aanhaal-
moment:
" 15-20 Nm
1 4
" 32-40 Nm
3 8
" 50-60 Nm
1 2
Tegenhouden
5 8
" 65-75 Nm
met 2e steeksleutel
3 4
"95-105 Nm
Aanvullende aanwijzingen
voor het installeren
Bij het combineren van de
■
buitenunit met binnenunit
MXW 350 wijken de
aansluitingen van de
koudemiddelleidingen af.
Monteer de bij de buitenunit
meegeleverde meegeleverde
verloopnippels op de
buitenunit.
Is de enkele lengte van de
■
verbindingsleidingen langer
dan 5 m, dan moet bij de
eerste inbedrijfstelling van de
installatie koudemiddel worden
bijgevuld.
(zie hoofdstuk "Koudemiddel
bijvullen").
Controle op lekkages
Zodra alle aansluitingen gemaakt
zijn, wordt het manometerstation
als volgt aangesloten op de
Schraderkleppen, indien aanwezig:
rood
= kleine klep
= inspuitdruk
blauw = grote klep
= zuigdruk.
Na het maken van alle
aansluitingen wordt de lektest met
droge stikstof uitgevoerd.
Voor het controleren op lekkages
lekzoekspray spuiten op alle
aansluitingen. Als er bellen te zien
zijn, dan is de aansluiting niet
correct uitgevoerd.
Draai dan de schroefkoppelingen
strakker aan of maak eventueel
een nieuwe flens aan de leiding.
Na succesvolle lektest de overdruk
uit de koudemiddelleidingen
verwijderen en een vacuümpomp
met een absolute onderdruk
van min.10 mbar aansluiten, om
een luchtledige te bereiken in de
leidingen. Bovendien wordt op die
manier het aanwezige vocht uit de
leidingen verwijderd.v
15