Bediening
Toestelbeschrijving
WAARSCHUWING letsel
De naar buiten stromende koude lucht kan in de omge-
ving van de luchtafvoer tot condensaatvorming leiden.
f Voorkom bij lage temperaturen dat er slipgevaar
f
ontstaat door natheid of ijsvorming op aangrenzen-
de voetpaden en rijbanen.
WAARSCHUWING letsel
Het toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar, alsook door
personen met fysieke, zintuiglijke of geestelijke beper-
kingen of met een gebrek aan ervaring en kennis ge-
bruikt worden op voorwaarde dat er iemand toezicht
houdt, of dat ze onderricht zijn hoe ze het toestel veilig
moeten gebruiken en begrijpen welke gevaren hiermee
gepaard gaan. Kinderen mogen niet met het toestel
spelen. Kinderen mogen zonder toezicht het toestel niet
reinigen noch gebruikersonderhoudstaken uitvoeren.
Info
Het is niet toegestaan specifieke regelinstellingen van de
installatie te veranderen. De regeling is door uw instal-
lateur ingesteld overeenkomstig de plaatselijke omstan-
digheden van uw woning en uw persoonlijke wensen.
Om te voorkomen dat de toestelspecifieke parameters
onopzettelijk worden veranderd, zijn deze beschermd
met een code.
De parameters die zijn bestemd voor het aanpassen van
het toestel aan uw persoonlijke wensen, zijn niet bevei-
ligd met een code.
Toestellen met ventilatiefunctie
WAARSCHUWING Letsel
Wanneer u via meldingen op de radio of van de politie
het bevel krijgt de ramen en deuren gesloten te hou-
den, kiest u gedurende enkele uren ventilatorstand "0"
(= ventilator uit).
Als het toestel voor een langere periode niet werd be-
diend, is het noodzakelijk het bedieningspaneel te ac-
tiveren:
f Houd de toets "MENU" gedurende drie seconden
f
ingedrukt.
f Indien u van tevoren al in de menustructuur hebt
f
genavigeerd, ga dan naar de startweergave door
op de toets Menu te drukken. Het is eventueel nodig
meerdere keren op de toets Menu te drukken.
f Wrijf met de vinger over het scrollwieltje totdat u
f
de parameter "VENTILATIESTANDEN" hebt bereikt.
f Druk op "OK".
f
f Druk opnieuw op "OK" om naar de instelling van de
f
parameter "Ongepl. ventilatie" te gaan.
f Stel de parameter "ONGEPL. VENTILATIE" in op 0
f
door tegen de wijzers van de klok in over het scroll-
wieltje te wrijven.
f Bevestig met "OK".
f
f Stel in parameter "Buitengew. vent.tijd Stand 0" een
f
geschikte waarde in.
Wijzig de instelling van de ventielen voor toevoer- en afvoerlucht
in de ruimtes niet. Deze zijn tijdens de ingebruikname afgesteld.
4 | LWZ 5-8 CS Premium / LWZ 5 S Plus / LWZ 5-8 S Trend / LWZ 5 S Smart
2.3
Keurmerk
Zie het typeplaatje op het toestel.
3.
Toestelbeschrijving
Bij een warmteaanvraag wordt buitenlucht over de verdamper ge-
leid en wordt hieraan warmte onttrokken. Deze energie wordt met
de warmtepomp opgewarmd naar een hoger temperatuurniveau
voor het opwarmen van het warmwater- en verwarmingssysteem.
Bij zeer lage temperaturen of een zeer grote warmtevraag dekt
het toestel de vraag naar restwarmte af met een ingebouwde
elektrische nood-/bijverwarming. In de monovalente uitvoering
wordt de elektrische nood-/bijverwarming als noodverwarming
geactiveerd wanneer de genormeerde buitentemperatuur, die is
ingesteld als bivalentiepunt, niet wordt gehaald. Daardoor zijn de
verwarmingsmodus en de beschikbaarheid van warm water met
een hoge temperatuur gewaarborgd. In de mono-energetische
modus wordt de elektrische nood-/bijverwarming als bijverwar-
ming geactiveerd.
Het toestel wordt aangestuurd door een regeling die afhankelijk
is van de buitentemperatuur.
Toestellen met ventilatiefunctie
De warmterecuperatie uit de afvoerlucht gebeurt met een zeer ef-
ficiënte kruistegenstroomwarmtewisselaar. Het afgekoelde lucht-
debiet wordt als afgezogen lucht naar de open lucht afgevoerd.
Toestellen met zonne-warmtewisselaar
Er is een aanvullende warmtewisselaar geïntegreerd in de ge-
zamenlijke retourleiding naar de warmtepomp. De aangesloten
thermische zonnecollectoren kunnen zowel de warmwateropwar-
ming als de kamerverwarming ondersteunen. Er is een verschil-
temperatuurregeling voor de zonne-installatie geïntegreerd in de
regeling van het toestel.
Een in het buitenluchtdebiet ingebouwde warmtewisselaar ver-
warmt de buitenlucht voor de woningventilatie voor. Als er vol-
doende zonnewarmte beschikbaar is, gebeurt de buitenluchtvoor-
verwarming indirect via zonne-energie.
Toestellen met koelfunctie
Het koelaggregaat van de warmtepomp is reversibel uitgevoerd
(omkeerbaar). In de koelwerking kan daardoor warmte onttrok-
ken worden aan het verwarmingscircuit en aan de buitenlucht
afgegeven worden.
Inverter
Het toestel is uitgerust met een elektronische toerentalregeling
van de compressor. De compressor past zijn vermogen aan de
koel- of verwarmingsbehoefte aan. Als de gevraagde temperatuur
en de actuele kamertemperatuur ver uit elkaar liggen, wordt een
hoog koel- of verwarmingsvermogen ter beschikking gesteld van
de kamer. Als het temperatuurverschil kleiner wordt, reageert
het toestel op de gewijzigde aanvragen en stelt minder koel- of
verwarmingsvermogen ter beschikking. Dit biedt rentabiliteits- en
comfortvoordelen tegenover toestellen zonder invertertechniek,
waar de compressor op maximaal vermogen draait of uitgescha-
keld is.
www.stiebel-eltron.com