Bediening
Problemen verhelpen
ISO Coarse ≥ 60 % (G4)
De blauwe zijde met grove poriën
is de luchttoevoer van de filter.
f Vervang de filter.
f
f Schuif de nieuwe filtercassette in het toestel.
f
f Draai de filterkap naar de uitgangspositie en draai de rechter
f
kartelmoer aan met de wijzers van de klok mee.
f Draai de linker kartelmoer aan.
f
f Activeer op de bedieningseenheid de parameter „RESET FIL-
f
TER" („INSTELLINGEN / VENTILATIE / SERVICE").
WAARSCHUWING Letsel
Alle andere werkzaamheden aan het toestel mogen al-
leen door een installateur uitgevoerd worden.
Info
Laat de kruistegenstroomwarmtewisselaar, de buiten-
luchtfilter, de verdamper en de ventilatoren één keer per
jaar door een installateur controleren en indien nodig
reinigen.
5.2
Buitenluchtfilter vervangen
De buitenluchtfilter zit achter de kruistegenstroomwarmtewisse-
laar. De buitenluchtfilter moet door een installateur vervangen
worden.
5.3
Filters van de luchtafvoer- en
luchttoevoerkleppen reinigen
f Reinig, indien voorhanden, de filters van de luchtafvoerklep-
f
pen waarlangs de lucht uit de ruimtes afgezogen wordt.
f Reinig, indien voorhanden, de filters van de luchttoevoer-
f
kleppen waarlangs de lucht naar de ruimtes toegevoerd
wordt.
f Reinig indien voorhanden de filterbox die aangesloten is op
f
de buitenluchtaansluiting aan de achterzijde van het toestel.
6.
Problemen verhelpen
6.1
Weergave van filtersymbolen
Het toestel beschikt over een automatische herkenning van de
filtervervuilingsgraad. Het ventilatortoerental stijgt bij een ver-
vuilde filter aangestuurd door de constante debietregeling van de
ventilatoren. Deze toerentalverhoging wordt geanalyseerd voor de
filtervervangingsindicator.
Bij vervuiling van de filters verschijnen de volgende symbolen op
het display.
Filtervervanging boven:
De afvoerluchtfilter is vuil. Vervang de afvoerluchtfilter.
Filtervervanging onder:
De toevoerluchtfilter is vuil. Vervang de toevoerluchtfilter.
www.stiebel-eltron.com
ePM
≥ 50 % (M5) / ePM
≥ 50 % (F7)
10
1
De doorstromingsrichting wordt aan de zij-
kant van de filters aangegeven met een pijl.
LWZ 5-8 CS Premium / LWZ 5 S Plus / LWZ 5-8 S Trend / LWZ 5 S Smart |
Filtervervanging boven en onder:
De afvoerlucht- en toevoerluchtfilters zijn verontreinigd
of de filtervervangingsintervallen van de afvoerlucht- en
toevoerluchtfilters zijn verstreken. Vervang de toevoer-
en afvoerluchtfilters.
Het filtersymbool verschijnt automatisch na drie maanden.
6.2
Er is geen warm water beschikbaar
Als u geen warm water krijgt, kunt u het volgende zelf uitvoeren:
- Als het toestel geen stroom ontvangt: controleer de zekering
in de groepenkast. Indien deze gesprongen is, schakel de ze-
kering dan opnieuw in. Wanneer de zekering na inschakeling
weer springt, verwittig dan uw installateur.
- Als het toestel stroom ontvangt: controleer of de luchtinlaat
en -uitlaat vrij zijn. Controleer of er een foutcode op het dis-
play wordt weergegeven en informeer eventueel uw installa-
teur. Controleer of de regeling correct ingesteld is.
6.3
Het veiligheidsventiel van de
koudwateraanvoerleiding druppelt
Dit kan gebeuren tijdens het verwarmingsproces en is geheel
normaal.
6.4
Het storingssymbool verschijnt
Info
Wanneer dit symbool verschijnt, is er een fout opgetre-
den.
Verwittig uw installateur of bel de serviceafdeling.
6.5
Er komt water uit het toestel
Schakel het toestel onmiddellijk uit wanneer er water uit het toe-
stel loopt en verwittig uw installateur.
6.6
Aan de buitenzijde van het toestel of op de
luchtslangen verzamelt zich condenswater
In de droogverwarmingsfase of wanneer de relatieve luchtvoch-
tigheid hoog is (> 60 %), is het normaal dat er zich condenswater
verzamelt aan het oppervlak van het toestel en op de geïsoleerde
luchtslangen. Dit zou moeten stoppen wanneer het huis geheel
droog is, wat afhankelijk van de constructie tot 2 jaar kan duren.
Wanneer de ruimte gebruikt wordt voor het drogen van de was,
kan er ook later nog condens optreden.
f Controleer of de luchtslangen correct gemonteerd zijn en of
f
er hier geen koude lucht lekt.
6.7
Ik hoor geluiden
Aangezien het toestel soms grote hoeveelheden lucht verplaatst,
kan het niet geluidloos werken.
Er mogen echter geen storende geluiden in de woon- en slaap-
kamers te horen zijn. Daarom is het vereist dat
- het toestel volgens de regels opgesteld is;
- de opstelruimte voorzien is van een goed sluitende deur;
- direct op het toestel in het luchtaanvoer- en luchtafvoerka-
naal voldoende grote geluiddempers ingebouwd zijn;
17