Storingen / reparatie
Reparatie
Seals en rotoren monteren
De schroefdraad van de rotorschroeven
(0906.01/02) met Klüberpaste UH1 96-402
invetten.
De rotorschroeven in de aandrijfassen (0210.00)
en (0213.00) schroeven.
Bij NL40 of NL50 moeten de schroefdraden
M20/M24 in de assen van de oude schroefborging
worden gereinigd. Schroefdraad van de
rotorschroeven voor de hernieuwde montage met
schroefborging Loctite bevochtigen.
De rotorschroeven (0906.01/02) met de
steeksleutel vastdraaien. Voor het vastzetten van
de rotoren gebruikmaken van de
vergrendelingsstang.
Koppels in Gedeelte 10.4.8.1, pagina 69 in acht
nemen.
De O-ring (0412.54) in de groef van het huisdeksel
(0161.01) plaatsen.
68
Afb.64:
Rotorschroef
Afb.65:
Rotorschroef, steeksleutel
Afb.66:
Huisdeksel, O-ring
BA.280.YYY.001.NL_4
21.02.2022