• Maak nooit van dichtbij flitsfoto's van personen (zuigelingen, kleine kinderen, enzovoort).
• U moet zich minimaal op 1 m (3 ft.) afstand van de gezichten van de te fotograferen personen
bevinden. Het te dicht bij de ogen van de te fotograferen personen flitsen kan tijdelijk
gezichtsverlies veroorzaken.
• Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen en zuigelingen.
• Gebruik en berg de camera altijd op buiten het bereik van kleine kinderen en zuigelingen omdat
anders de volgende gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die ernstig letsel kunnen
veroorzaken:
• Verward raken in de riem van de camera, wat verstikking tot gevolg kan hebben.
• Per ongeluk inslikken van de batterij, kaarten of andere kleine onderdelen.
• Per ongeluk ontsteken van de flitser terwijl zij in de flitser kijken of vlak voor de ogen van
andere kinderen.
• Per ongeluk letsel oplopen door bewegende delen van de camera.
• Kijk met de camera niet recht in de zon of in het licht van sterke lichtbronnen.
• Gebruik en berg de camera niet op in stoffige of vochtige ruimten.
• Dek de flitser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met uw hand.
LET OP
• Bespeurt u in de buurt van de camera ongewone geuren, vreemde geluiden of rook,
gebruik de camera dan onmiddellijk niet meer.
• Haal de batterijen nooit met blote handen uit de camera omdat u zich dan kunt branden.
• Gebruik de camera niet met natte handen.
• Laat de camera nooit achter op plaatsen waar hij aan extreem hoge temperaturen kan
worden blootgesteld.
• Doet u dat toch, dan kan daardoor de kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit gaan en in
sommige gevallen zelfs brand worden veroorzaakt. Gebruik het laadapparaat of de
lichtnetadapter niet als die is afgedekt (bijvoorbeeld met een deken). Hierdoor kan
oververhitting en uiteindelijk zelfs brand ontstaan.
• Behandel de camera met zorg om te voorkomen dat u verbrandingen oploopt.
• Omdat de camera metalen onderdelen bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u zich
branden. Let daarom op het volgende:
• Gebruikt u de camera lang achtereen, dan kan hij heet worden. Hanteert u de camera in
deze toestand, dan kan dat een verbranding veroorzaken.
• Op plaatsen waar extreem lage temperaturen kunnen optreden, kan de temperatuur van het
camerahuis lager worden dan de omgevingstemperatuur. Draag waar mogelijk
handschoenen als u de camera bij lage temperaturen hanteert.
• Wees voorzichtig met de riem.
• Let op de camerariem terwijl u de camera met u meedraagt. De riem kan achter een vreemd
voorwerp blijven haken en zo ernstige schade veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen
Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te voorkomen dat batterijen gaan lekken,
oververhit raken, ontbranden, exploderen of elektrische schokken of verbrandingen
veroorzaken.
GEVAAR
• Gebruik uitsluitend NiMH-batterijen van het merk Olympus en het daarbij passende laadapparaat.
• Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in het vuur.
• Tref maatregelen bij het vervoeren of opbergen van batterijen om te voorkomen dat ze in
aanraking komen met andere metalen objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips, enzovoort.
• Berg batterijen nooit op op plaatsen waar ze blootgesteld kunnen worden aan direct zonlicht of
aan hoge temperaturen zoals bijvoorbeeld in een afgesloten auto in de zon, in de buurt van
warmtebronnen, enzovoort.
Veiligheidsmaatregelen
71
NL
8