1
Druk op
.
• Het instelmenu voor de flitserfunctie wordt
weergegeven.
g"Gebruik van de directe knoppen" (Blz. 14)
2
Selecteer de flitserfunctie en druk op i.
• Deze kan tevens ingesteld worden door herhaaldelijk
op
te drukken.
3
Druk de ontspanknop half in.
• Bij omstandigheden waaronder de flitser geactiveerd
zal worden, brandt # (flitser stand-by).
4
Maak de opname door de ontspanknop helemaal in te drukken.
TIPS
Als het teken # (flitser wordt opgeladen) knippert.
→ De flitser wordt opgeladen. Wacht tot het teken # ophoudt met knipperen en blijft
branden.
Opmerking
• Tijdens panoramaopnamen staat de flitser niet ter beschikking.
• In de macromodus is het mogelijk dat de flitser niet het optimale resultaat oplevert.
U doet er dan ook goed aan de door u gemaakte opname in de monitor te controleren.
Videobeelden opnemen
U kunt video's opnemen met deze camera. U kunt de opgenomen video's weergeven met deze
camera. Geluid kan niet opgenomen worden. De focus en zoom zijn vastgezet. Indien de
afstand tot het object verandert, is het mogelijk dat een andere focus gehanteerd wordt.
1
Zet de functieknop op n.
• De resterende opnametijd in het interne geheugen of het
kaartje wordt weergegeven op de monitor.
2
Bepaal de compositie van de foto.
• U kunt de zoomknop gebruiken om het object te vergroten.
3
Start de opname door de ontspanknop
helemaal in te drukken.
• De camera zet de focus en zoom vast.
Tijdens het opnemen van videobeelden licht
•
Gebruik van de flitser
2560
2560
2560
Resterende opnametijd
N
rood op
.
# pictogram
1920
1920
1920
3
29
NL