6 Instellingen
Afb.28 Een dag selecteren/deselecteren
0
2
4
6
8
10
12
14
PROG P2 C
MA
DI
WO
D
V
E
1
"Selecteer de te
2
programmeren dagen"
1
D
2
bar
F
#
!
% $
AUTO
J
I
STD
Afb.29 Tijdsblok selecteren / deselecteren
0
2
4
6
8
10
12
14
PROG P2 C
MA
DI
WO
D
V
E
1
Stel het tijdsprogramma in.
2
1
D
2
bar
F
#
!
% $
AUTO
J
I
STD
Afb.30 Selectie / deselectie herhalen
0
2
4
6
8
10
12
14
PROG P2 C
MA
DI
WO
D
V
E
1
"Selecteer de te
2
programmeren dagen"
1
D
2
bar
F
#
!
% $
AUTO
J
I
STD
Afb.31 Toegang tot het gebruikersniveau
0
2
4
6
8
10
E
1
2
1
D
2
bar
F
#
% $
AUTO
J
I
STD
44
16
18
20
22
24
Z
Z
9
<
C002229-E-06
06:00
16
18
20
22
24
06:00
Z
Z
9
<
C002230-D-06
16
18
20
22
24
Z
Z
9
<
C002229-E-06
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
!
:
<
MW-C002219-2
9. Selecteer of deselecteer een dag door één of twee keer te drukken
op de instelknop.
Het symbool
wordt weergegeven voor selectie.
Het symbool
wordt weergegeven voor deselectie.
10. Bevestig een of meer dagen door op de instelknop te drukken.
De geselecteerde dag(en) wordt/worden gemarkeerd.
Toelichting
Het is mogelijk meerdere dagen selecteren:
Kies een andere dag door de cursor boven op de gewenste dag
te plaatsen door de instelknop naar links te draaien.
Selecteer de dag door op de instelknop te drukken wanneer de
cursor zich boven de gewenste dag bevindt.
11. Kies een begintijd van het tijdsblok door de instelknop naar links te
draaien om de cursor te plaatsen.
Toelichting
De cursor knippert.
Tijden kunnen in stappen van 30 minuten worden ingesteld.
12. Selecteer een tijdsblok door de instelknop naar rechts te draaien als
het symbool
wordt weergegeven.
13. Selecteer een tijdsblok door de instelknop naar links te draaien als
het symbool
wordt weergegeven.
14. Bevestig de begin- of eindtijd van het tijdsblok door op de instelknop
te drukken.
Het geselecteerde tijdsblok wordt gemarkeerd weergegeven.
15. Herhaal bovenstaande stappen om de tijdsblokken voor de andere
dagen te definiëren.
16. Ga terug naar het hoofdscherm door tweemaal op toets
ken.
Het nieuwe tijdsblok wordt gemarkeerd bovenaan het scherm weer
gegeven.
6.2.6 IJken van de sensoren
1. Open het gebruikersniveau door op toets
2. Selecteer het menu #INSTELLINGEN door aan de instelknop te
draaien.
3. Bevestig de selectie door op de instelknop te drukken.
Toelichting
Ga terug naar het vorige scherm door op toets
4. Selecteer de parameter KALIBR.BUITENV door aan de instelknop
te draaien.
5. Wijzig de waarde van de parameter door aan de instelknop te draai
en.
6. Bevestig de wijziging door op de instelknop te drukken.
Toelichting
Annuleer de invoer door op toets
7. Ga terug naar het hoofdscherm door op toets
te druk
te drukken.
te drukken.
te drukken.
te drukken.
7622029 - v03 - 07102015