5.5
Vorstbeveiliging
7622029 - v03 - 07102015
Opgelet
Bij lage temperaturen is het aan te bevelen de installatie op ver
laagde temperatuur in bedrijf te laten. Dit voorkomt dat de installa
tie kan bevriezen.
5.4.1 Centrale verwarming uitzetten
Zie
Handleiding van de ketel
Indien de verwarmingswatertemperatuur in de warmtepomp te veel daalt,
wordt de ingebouwde beveiligingsvoorziening ingeschakeld. Deze voorzie
ning werkt als volgt:
Bij een watertemperatuur lager dan 5°C gaat de circulatiepomp werken.
Als de watertemperatuur lager is dan 3°C, start de bijverwarming op.
Bij een watertemperatuur hoger dan 10°C schakelt de bijverwarming uit
en draait de circulatiepomp kort na.
De radiatorkranen in de vorstgevoelige ruimtes moet wel helemaal open
gedraaid zijn.
5 Werking
31