• Kies nummers op een veilige manier en beoordeel de verkeersdrukte. Bel bij
voorkeur als uw auto stilstaat of voordat u wegrijdt. Als u iemand moet opbellen
terwijl u rijdt, kies dan slechts enkele cijfers, controleer de weg, kijk in uw spiegels en
voer de rest van het nummer in.
• Voer geen stressverhogende of emotionele gesprekken die u kunnen afleiden.
Maak duidelijk aan uw gesprekspartner dat u rijdt en breek gesprekken af die uw
aandacht van de weg kunnen afleiden.
• Gebruik uw mobiele apparaat in geval van nood. Bel bij brand, een verkeersongeval
of een medisch noodgeval met 112 of een ander, lokaal alarmnummer (wanneer draadloze
telefonie mogelijk is).
• Gebruik uw mobiele apparaat om anderen te helpen in noodgevallen. Als u
getuige bent van een auto-ongeval, misdaad of andere ernstige levensbedreigende
situatie, belt u 112 of een ander, lokaal alarmnummer (wanneer draadloze telefonie
mogelijk is). U zou immers ook willen dat anderen dat voor u deden.
• Bel een hulpdienst of een speciaal hulpnummer voor niet-levensbedreigende
situaties als dit nodig is. Als u een auto met pech ziet zonder dat dit direct gevaar
oplevert, een defect verkeerslicht, een verkeersongeval zonder persoonlijk letsel of een
voertuig waarvan u weet dat het gestolen is, belt u een hulpdienst of een speciaal
hulpnummer voor niet-levensbedreigende situaties (wanneer draadloze telefonie mogelijk
is).
Privacy en beveiliging van gegevens
Motorola begrijpt dat privacy en beveiliging van gegevens voor iedereen van belang zijn.
Privacy en beveiliging van gegevens
Bepaalde functies van uw mobiele apparaat kunnen invloed hebben op uw privacy of de
beveiliging van uw gegevens. Volg onderstaande aanbevelingen op om uw informatie beter
te beschermen:
• Houd het apparaat in de gaten: houd uw mobiele apparaat bij u en laat het niet achter
op plaatsen waar anderen er toegang toe hebben. Maak indien mogelijk gebruik van de
beveiligings- en vergrendelingsfuncties van uw apparaat.
• Houd de software up-to-date: als Motorola of een leverancier van software of
toepassingen een patch of softwarefix voor uw mobiele apparaat beschikbaar stelt
waardoor de beveiliging van het apparaat wordt bijgewerkt, installeer deze dan zo snel
mogelijk.
• Beveilig persoonlijke informatie: op verschillende locaties op uw mobiele apparaat,
zoals op de SIM-kaart, op de geheugenkaart en in het telefoongeheugen, kan persoonlijke
informatie worden opgeslagen. Verwijder en wis alle persoonlijke informatie voordat u
het apparaat inlevert voor hergebruik, retourneert of weggeeft. U kunt ook een back-up
van uw persoonlijke gegevens maken om over te brengen naar een nieuw apparaat.
Opmerking: Ga voor informatie over het maken van een back-up van gegevens of het
wissen van gegevens van uw mobiele apparaat naar www.motorola.com/support.
• Onlineaccounts: voor bepaalde mobiele apparaten (bijvoorbeeld de MOTOBLUR) kunt u
gebruikmaken van een onlineaccount van Motorola. Ga naar uw account voor informatie
over het beheren van het account en over het gebruik van beveiligingsfuncties, zoals het
op afstand wissen en de locatie van het apparaat (indien beschikbaar).
• Toepassingen en updates: selecteer uw toepassingen en updates zorgvuldig en
installeer toepassingen en updates alleen als deze afkomstig zijn van een betrouwbare
aanbieder. Sommige toepassingen kunnen de prestaties van uw telefoon beïnvloeden
en/of toegang verkrijgen tot persoonlijke informatie, waaronder accountgegevens,
gespreksgegevens, locatiegegevens en netwerkbronnen.
• Draadloze netwerken: gebruikers van mobiele apparaten met Wi-Fi-functionaliteit
wordt aangeraden uitsluitend verbinding te maken met betrouwbare Wi-Fi-netwerken.
Activeer indien mogelijk altijd de netwerkbeveiliging wanneer u uw apparaat beschikbaar
stelt als hotspot. Deze voorzorgsmaatregelen helpen onbevoegde toegang tot uw
apparaat te voorkomen.
• Op locatie gebaseerde informatie: onder op locatie gebaseerde informatie valt
informatie die kan worden gebruikt om de locatie van een mobiel apparaat bij benadering
vast te stellen. Mobiele telefoons die met een draadloos netwerk zijn verbonden, kunnen
op locatie gebaseerde informatie verzenden. Apparaten waarop GPS- of
AGPS-technologie is ingeschakeld, verzenden ook op locatie gebaseerde informatie. Ook
wanneer u toepassingen gebruikt waarvoor op locatie gebaseerde informatie nodig is
(zoals routeaanwijzingen), verzenden dergelijke toepassingen op locatie gebaseerde
informatie. Deze op locatie gebaseerde informatie kan met derden worden gedeeld,
waaronder uw draadloze-serviceprovider, aanbieders van toepassingen, Motorola en
andere derden die services leveren.
• Overige informatie die door het apparaat kan worden verzonden: het apparaat kan
ook testinformatie en andere diagnostische informatie (waaronder op locatie gebaseerde
informatie), evenals andere niet-persoonlijke informatie, naar Motorola of servers van
derden verzenden. Deze informatie wordt gebruikt voor het verbeteren van door Motorola
aangeboden producten en services.
Als u vragen hebt over hoe uw mobiele apparaat uw privacy of de beveiliging van uw
gegevens beïnvloedt, kunt u contact opnemen met Motorola via privacy@motorola.com
of met uw serviceprovider.
65