— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
NAAISTEKEN
c
Selecteer steek
.
• Zie "Steken selecteren" (pagina 62) voor
meer informatie.
d
Plaats de stof met de opening van de zak naar
u toe en breng vervolgens de persvoethendel
omlaag zodat de naald 2 mm (1/16 inch) voor
de zakopening neerkomt.
a 2 mm (1/16 inch)
Leid de bovendraad omlaag door het gat in de
persvoet.
• Duw niet tegen de voorkant van de persvoet
wanneer deze omlaag staat. Anders wordt de
trenssteek niet in het juiste formaat gemaakt.
a Maak de tussenruimte niet kleiner.
90
e
1
f
a
g
h
Trek de knoopsgathendel zo ver mogelijk
omlaag.
a
a Knoopsgathendel
De knoopsgathendel bevindt zich achter de
beugel op de knoopsgatenvoet.
1
2
a Knoopsgathendel
b Beugel
Houd het uiteinde van de bovendraad losjes in
uw linkerhand en begin met naaien.
Zodra het naaien is voltooid, naait de
machine automatisch verstevigingssteken en
stopt dan.
Knip de draden af, zet de persvoethendel
omhoog en haal de stof weg.
Breng de knoopsgathendel omhoog in de
oorspronkelijke stand.
Memo
Als de stof niet wordt doorgevoerd
(bijvoorbeeld als deze te dik is), maakt u de
steeklengte groter. Zie "Steeklengte
aanpassen" (pagina 53) voor meer
informatie.