Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onjuiste Draadspanning - Brother 885-U26 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —

Onjuiste draadspanning

■ Symptomen
• Symptoom 1: de onderdraad is zichtbaar aan de voorkant van de stof.
• Symptoom 2: de bovendraad ziet eruit als een rechte lijn aan de voorkant van de stof.
• Symptoom 3: de bovendraad is zichtbaar aan de achterkant van de stof.
• Symptoom 4: de onderdraad ziet eruit als een rechte lijn aan de achterkant van de stof.
• Symptoom 5: de steken aan de achterkant van de stof zijn los of er zit ruimte in.
❏ Symptoom 1
■ Oorzaak/Oplossing/Te controleren
❏ Oorzaak 1
De machine is onjuist ingeregen.
<Met symptomen 1 en 2 zoals hierboven
beschreven>
De onderdraad is onjuist ingeregen.
Zet de draadspanningsknop terug op "4".
Raadpleeg vervolgens "Bovendraad te strak"
(pagina 102) om de draad juist in te rijgen.
<Met symptomen 3 t/m 5 zoals hierboven
beschreven>
De bovendraad is onjuist ingeregen.
Zet de draadspanningsknop terug op "4".
Raadpleeg vervolgens "Draad verstrikt op
achterkant van stof" (pagina 103) om de
bovendraad juist in te rijgen.
❏ Oorzaak 2
U gebruikt niet de juiste naald en draad voor
de stof.
Welke naaimachinenaald u moet gebruiken
hangt af van de stof die u gebruikt en de dikte
van de draad.
Als u niet de juiste naald en draad gebruikt voor
de stof, wordt de draadspanning niet goed
geregeld. Daardoor rimpelt de stof of worden
steken overgeslagen.
• Zie "Soorten naalden en toepassingen"
(pagina 35) om te controleren of u de juiste
naald en draad gebruikt voor de stof.
❏ Oorzaak 3
U hebt op de draadspanningsknop niet de
juiste instelling geselecteerd.
Draai de draadspanningsknop naar de juiste
draadspanning.
De juiste draadspanning is afhankelijk van de
stof en de draad die u gebruikt.
* Pas de draadspanning aan terwijl u een
proeflapje naait op een restje van dezelfde
stof die u voor uw project gebruikt.
❏ Symptoom 3
Opmerking
Als de onderdraad en bovendraad onjuist
zijn ingeregen, kan de draadspanning niet
goed worden geregeld, zelfs niet door de
draadspanningsknop te draaien. Controleer
eerst of de onderdraad en bovendraad juist
zijn ingeregen. Pas vervolgens de
draadspanning aan.
• Wanneer de onderdraad zichtbaar is aan de
voorkant van de stof. Draai de
draadspanningsknop naar een lagere stand
(naar links). (Draadspanning verlagen.)
• Wanneer de bovendraad zichtbaar is aan de
achterkant van de stof. Draai de
draadspanningsknop naar een hogere stand
(naar rechts). (Draadspanning verhogen.)
a Achterkant van de stof
b Onderdraad zichtbaar aan
voorkant van de stof
c Bovendraad
d Voorkant van de stof
e Onderdraad
f Bovendraad zichtbaar aan
achterkant van de stof
Probleemoplossing 105
4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave