— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
NAAISTEKEN
Voor lingerieknoopsgaten maakt u met de
gaatjesponser een gat in het afgeronde einde
van het knoopsgat en snijdt u vervolgens het
knoopsgat open met het tornmesje.
a Gaatjesponser
• Wanneer u de gaatjesponser gebruikt, plaatst
u dik papier of een ander beschermvel onder
de stof voordat u het gat in de stof ponst.
VOORZICHTIG
● Houd uw handen niet in de snijrichting
terwijl u het knoopsgat met het tornmesje
openmaakt; anders zou u zich kunnen
verwonden als het tornmesje uitschiet.
■ De dichtheid van de steken wijzigen
Pas de steeklengte aan.
• Zie "Steeklengte aanpassen" (pagina 53) voor
meer informatie.
• Als de stof niet wordt doorgevoerd
(bijvoorbeeld als deze te dik is), maakt u de
steekdichtheid kleiner.
74
1
■ De steekbreedte wijzigen
Pas de steekbreedte aan.
• Zie "Steekbreedte aanpassen" (pagina 52)
voor meer informatie.
Memo
Voordat u knoopsgaten maakt, controleert u
de steeklengte en de steekbreedte door een
proefknoopsgat te maken op een
overgebleven lapje stof.
■ Knoopsgaten maken in stretchstoffen
Gebruik een contourdraad wanneer u
knoopsgaten maakt in stretchstoffen.
a
Haak de contourdraad aan het gedeelte van
knoopsgatenvoet "A" (zie afbeelding), zodat
de draad in de groeven past en bind deze dan
losjes vast.
Bevestig knoopsgatenvoet "A".
b
• Zie "Persvoet verwisselen" (pagina 38) voor
meer informatie.