— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
e
Plaats de stof met de voorkant van de
knoopsgatmarkering op één lijn met de rode
markeringen aan de zijkanten van de
knoopsgatenvoet en breng de persvoethendel omlaag.
a Markering op stof
b Rode markeringen op knoopsgatenvoet
Leid de bovendraad omlaag door het gat in de persvoet.
• Duw niet tegen de voorkant van de persvoet
wanneer deze omlaag staat; anders wordt het
knoopsgat niet in het juiste formaat genaaid.
a Maak de tussenruimte niet kleiner.
f
Trek de knoopsgathendel zo ver mogelijk omlaag.
a Knoopsgathendel
De knoopsgathendel bevindt zich achter de
beugel op de knoopsgatenvoet.
a Knoopsgathendel
b Beugel
1
A
2
a
a
1
2
g
Houd het uiteinde van de bovendraad losjes in
uw linkerhand en begin met naaien.
Zodra het naaien is voltooid, naait de machine
automatisch verstevigingssteken en stopt dan.
h
Druk eenmaal op
De draden worden afgeknipt en de naald
wordt omhoog gezet.
Zet de persvoet omhoog en verwijder de stof.
Memo
Als u de instelling voor geprogrammeerd
draadknippen selecteert voordat u gaat naaien,
knipt de machine automatisch de draden af aan
het eind van het stiksel. Zie "Draad automatisch
knippen" (pagina 54) voor meer informatie.
Wanneer u met de draadsnijder aan de linkerkant
van de machine of met een schaar de draden
afknipt, drukt u op
naad omhoog te zetten. Vervolgens zet u de
persvoet omhoog en trekt u de stof uit voordat u de
draden afknipt. Zie "Werken met de handmatige
draadafsnijder" (pagina 50) voor meer informatie.
i
Breng de knoopsgathendel omhoog in de
oorspronkelijke stand.
j
Steek een speld langs de binnenkant van één
trenssteek aan het eind van de
knoopsgatsteken om te voorkomen dat de
steken worden geknipt.
a Pin
k
Snijd met het tornmesje naar de speld toe en
maak het knoopsgat open.
1
a Tornmesje
(draadkniptoets).
(naaldstandtoets) om de
1
Knoopsgatsteek 73
3