Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen)
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
1
Druk op K (o) van de multi-selector.
Als de opnamestand Slim portret is, wordt het scherm
voor glamour-retouchering weergegeven in plaats van
het scherm voor belichtingscorrectie (A41).
Als de opnamestand A (auto) is, wordt de creatieve instelknop weergegeven in plaats
van het scherm voor belichtingscorrectie (A25).
2
Selecteer een correctiewaarde en druk op
de knop k.
Om het beeld lichter te maken, stelt u een positieve (+)
waarde in.
Om het beeld donkerder te maken, stelt u een
negatieve (–) waarde in.
De correctiewaarde wordt toegepast, zelfs als u niet op
de knop k drukt.
C
De instelling voor belichtingscorrectie
Belichtingscorrectie kan niet worden gebruikt in de volgende opnamestanden:
Meerv. belicht. Lichter
Vuurwerk
C
Het histogram gebruiken
Een histogram is een grafiek die de verdeling van tinten in het beeld weergeeft. Gebruik deze als
richtlijn bij het gebruik van belichtingscorrectie en bij opnemen zonder flitser.
De horizontale as komt overeen met de pixelhelderheid, met donkere tinten aan de linkerkant en
lichte tinten aan de rechterkant. De verticale as bevat het aantal pixels.
Als u de belichtingscorrectiewaarde verhoogt, wordt de verdeling van toonwaarden naar rechts
verplaatst. Bij een verlaging wordt de verdeling naar links verplaatst.
Opnamefuncties
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen)
Histogram
51
Belichtingscompensatie
+ 2 . 0
+ 0 . 3
- 2 . 0