Het menu Netwerk
Druk op de knop d M selecteer J (netwerkmenu) M knop k
Configureer instellingen bij het tot stand brengen van een draadloze verbinding tussen de
camera en een smartapparaat of tussen de camera en de ML-L7-afstandsbediening (apart
verkrijgbaar).
Verbinden met een smartapparaat
Als u verbinding maakt met een smartapparaat, kunt u beelden die zijn vastgelegd met de
camera uploaden naar het smartapparaat of de camera op afstand bedienen met het
smartapparaat.
Installeer de SnapBridge-app op het smartapparaat.
Stel vooraf Verbinding kiezen (A130) in het netwerkmenu in op Smartapparaat
(standaardinstelling).
De volgend verbindingsmethoden zijn beschikbaar.
- Bluetooth-verbinding: U kunt automatisch foto's uploaden (geüpload met een
beeldformaat van 2 megapixels). Wanneer u voor het eerst een Bluetooth-verbinding
tot stand brengt, gebruikt u Verbinden met smartapp. (A130) in het
netwerkmenu om de camera en het smartapparaat te koppelen.
U kunt ook overschakelen naar een Wi-Fi-verbinding nadat u een
Bluetooth-verbinding tot stand hebt gebracht.
- Wi-Fi-verbinding: U kunt foto's (2 megapixels of oorspronkelijk formaat) en films naar
het smartapparaat downloaden of aan afstand bediende fotografie doen.
Voor verbindingen of het gebruik van de SnapBridge-app, raadpleegt u de
meegeleverde "SnapBridge Verbindingsgids" en de SnapBridge online help.
Verbinding maken met de afstandsbediening
Stel vooraf Verbinding kiezen (A130) in het netwerkmenu in op Afstandsbediening.
De camera en afstandsbediening zijn verbonden via Bluetooth. Als u voor het eerst
verbinding maakt met de afstandsbediening, koppelt u de camera en de afstandsbediening.
Zie "ML-L7-afstandsbediening" (A171) voor meer informatie over de afstandsbediening.
Het menu gebruiken
Het menu Netwerk
129