PNSPO
1 Introductie
1.1 Wat is positioneren
Pagina 5
In dit hoofdstuk zal worden uitgelegd wat positioneren precies is en hoe de combinatie
van de Omron CP1L en de frequentieregelaar hiermee omgaat.
Van positioneren wordt gesproken als een besturing een aandrijving zo bestuurd dat er
altijd een vaste afstand wordt afgelegd. Deze vaste afstand is opgedeeld in pulsen die
in de besturing vaak weer worden omgerekend naar bijvoorbeeld millimeters. Om te
controleren of de aandrijving ook exact de gewenste afstand heeft afgelegd is er
terugkoppeling nodig van de aandrijving. Deze terugkoppeling wordt vaak verzorgd
door een encoder. Een encoder heeft een vast aantal pulsen per omwenteling, deze
pulsen worden door de besturing ingelezen en vergeleken met de gewenste afstand of
het gewenste aantal pulsen. Als er nu een verschil wordt geconstateerd tussen het
gewenst aantal pulsen en het aantal afgelegde pulsen dan zal de besturing de
aandrijving zo aansturen dat het verschil nul wordt. Tijdens het uitsturen wordt ook het
verschil gemeten tussen uitgestuurde pulsen en teruggemeten pulsen zodat een
afwijking in snelheid gemeten kan worden. Dit verschil tussen pulsen wordt
bijgehouden in de errorcounter. Loopt het aantal pulsen in de errorcounter op dan zal
de snelheid van de aandijving worden aangepast om dit verschil weg te regelen.
Positioneren Met CP1L