Introductie
5.6 Het positioneerprogramma
Wanneer de modbuscommunicatie getest is en werkt dan kan er een programma gemaakt worden
die het positioneren mogelijk maakt. De bitjes die genoemd staan onder sectie 5.4 en worden
gebruikt om de regelaar aan te sturen. Het P_On wordt gebruikt om het modbus bericht uit te voeren.
De bits voor Run forward en Run reverse worden gebruikt om 0001 of 0002 hex te sturen naar het
run register van de regelaar. Het woord A23 bevat de frequentiereferentie die naar de regelaar wordt
gestuurd.
Het is aan te bevelen het modbusprogramma in een aparte sectie op te nemen om op deze manier
het overzicht te houden. Het modbus voorbeeldprogramma is vereist om te kunnen positioneren met
het positioneerprogramma.
Sectie:Origin search_instruction.
Als de machine wordt opgestart dan zal d.m.v hulpcontact W0.00 de org instructie gestart worden.
De regelaar zal gaan uitsturen op de highspeed search op zoek naar de proximity signal input.
Als deze is gevonden zal de regelaar gaan decelereren naar proximity search speed totdat het origin
signal binnenkomt,. In deze sectie zijn ook de eindschakelaars opgenomen als deze bedient worden
zal de installatie stilvallen.
Sectie:Resetwaarden voor absoluut.
Als de Origin Search is voltooid en dan zal de INI(880) instructie de waarde resetten van de Encoder
en de het bitje A562 reset de errorcouter waardoor het mogenlijk is geworden om absoluut te gaan
positioneren.
Sectie:Absoluut positioneren.
Tijdens de Eerste cyclus worden d.m.v. moves je juiste waardes naar de datamemory's
geschreven.Werkbit W0.01 wordt gebruikt om de PLS2 instructie uit te voeren. In de PLS2 instructie
wordt verwezen naar D200 voor de tabel met waarden die de positie uitvoeren. D300 wordt gebruikt
voor de minimale snelheid. Voor meer info over deze waarden zie sectie 5.3.
De move van A23 naar D2 verplaatst de frequentiereferentie van het inverter positioning0 register
naar het modbus register voor de frequentiereferentie. De contacten A26.01 en A26.02 worden hoog
bij forward en reverse. Respectievelijk wordt er 0001 hex of 0002 hex geschreven naar D1 dit register
is het modbus register voor forward en reverse.
Als op W0.01 hoog wordt zal de regelaar gaan uitsturen naar de gewenste positie(bv &25000, Als
vervolgens de waarde op DM 204 veranderd word (bv &0) en de instructie nogmaals word uitgevoerd
zal de regelaar de draairichting gaan omkeren en teruggaan naar positie &0.
Sectie:Relatief positioneren.
Tijdens de Eerste cyclus worden d.m.v. moves instructie's de juiste waardes naar de datamemory's
geschreven.
Werkbit W0.02 wordt gebruikt om de PLS2 instructie uit te voeren. In de PLS2 instructie wordt
verwezen naar D500 voor de tabel met waarden die de positie uitvoeren. D600 wordt gebruikt voor de
minimale snelheid. Voor meer info over deze waarden zie sectie 5.3
De move van A23 naar D2 verplaatst de frequentiereferentie van het inverter positioning0 register
naar het modbus register voor de frequentiereferentie. De contacten A26.01 en A26.02 worden hoog
bij forward en reverse. Respectievelijk wordt er 0001 hex of 0002 hex geschreven naar D1 dit register
is het modbus register voor forward en reverse.
Het derde en laatste netwerk zorgt ervoor dat als de positie volledig bereikt is, de frequentiereferentie
weer nul geschreven wordt zodat de regelaar stopt met uitsturen. Dit wordt gedaan op de
voorwaarden "aansturen niet actief" (A26.00) en "in position" (A26.03).
Sectie:Joggen
Als er tijdens de originsearch of positioneneren een limitswitch signal binnenkomt dan zal de
regelaar direct stoppen maar er moet handmatig van de limit worden gecorrigeerd. Als de correctie is
gedaan word de INI(880) nogmaals uitgevoerd om de inverterpositioning te stoppen alle waarden te
nullen en het mogelijk maken om verder te positioneren.
pagina 22
PNSPO
Positioneren Met CP1L