COMPACT 10DX - COMPACT 2668RT - COMPACT 12DX - COMPACT 3368RT
D
- Gebruiksaanwijzingen
6 - Gebruiksaanwijzing bij koud weer
Bij koud weer laat u de motor minstens 5 min opwarmen; alvorens de functies te bedienen om zo het
hydraulische systeem niet te beschadigen.
In een extreem koude omgeving, moeten de machines uitgerust zijn met optionele koude-
startsystemen.
Wanneer u de motor probeert te starten wanneer de temperatuur negatieve waarden toont, heeft u een
hulpbatterij nodig.
Als de motor niet start, gelieve dit dan niet gedurende lange tijd te proberen. Laat de starter enkele
minuten "afkoelen" alvorens opnieuw te proberen. Als de motor na een aantal pogingen nog steeds
niet start, raadpleegt u de onderhoudshandleiding van de motor.
O
.:D
PM
E EERSTE START MOET ALTIJD UITGEVOERD WORDEN VANAF DE BEDIENINGSPOST VAN HET
CHASSIS
6.1 -
M
OTOROLIE
Het juiste viscositeitsniveau
omgevingstemperatuur tijdens het starten van de koude motor en door de maximum
omgevingstemperatuur bij het gebruik van de motor.
In het algemeen gebruikt u de olie met de hoogste viscositeit om te beantwoorden aan de
temperatuurvereisten bij het starten.
Viscositeitsniveau EMA LGR-1 / MA LGR-1 / API CF, CF-4, CG-4, CH-4 / CI-4
O
.:R
PM
AADPLEEG DE HANDLEIDING OVER DE MOTOR DIE MET DE MACHINE GELEVERD WERD OM
EXTRA AANBEVELINGEN OVER DE MOTOROLIE TE KRIJGEN
4001029730
(
).
BENEDEN
Viscositeit motorolie
SAE 0W20
SAE 0W30
SAE 0W40
SAE 5W30
SAE 5W40
SAE 10W30
SAE 15W40
E 07.22
SAE van de olie wordt bepaald door de minimum
.
Omgevingstemperatuur
Minimum
Maximum
-40°C (-40°F)
10°C (50°F)
-40°C (-40°F)
30°C (86°F)
-40°C (-40°F)
40°C (104°F)
-30°C (-22°F)
30°C (86°F)
-30°C (-22°F)
40°C (104°F)
-20°C (-4°F)
40°C (104°F)
-10°C (14°F)
50°C (122°F)
NL
A
B
C
D
E
F
G
H
I
75