COMPACT 10DX - COMPACT 2668RT - COMPACT 12DX - COMPACT 3368RT
D
- Gebruiksaanwijzingen
1.3 -
W
ERKING VAN DE BEDIENINGSPOST BOVEN
• De bedieningspost boven is enkel bruikbaar indien :
• De noodstopknoppen van geen enkele post ingedrukt is (post boven, beneden, chassis).
• Machine ingeschakeld vanaf de bedieningspost beneden.
• Selectie bedieningspost boven uitgevoerd vanaf de bedieningspost beneden.
• Een standaard schakelaar wordt niet meegerekend om een beweging te bedienen. Als deze
fout verschijnt, is de beweging weer toegestaan.
• Er is een noodstopknop op iedere bedieningspost. Als deze ingedrukt is, stoppen alle
bewegingen.
• Er is een activeringsbediening ( 123 ) of activeringspedaal in de mand ( 245 ) aanwezig en
dit moet worden geactiveerd om een of meer bewegingen toe te laten. Wanneer u een
activeringssysteem gebruikt dag meer dan 8 seconden geactiveerd is zonder dat er een
beweging geselecteerd is, dan wordt de bediening geannuleerd. De activeringsbediening
moet losgelaten worden zodat deze herstart kan worden voordat een andere
bewegingsbediening geactiveerd wordt.
• Het loslaten van elke activeringsbediening ( 123 ) of activeringspedaal in de mand ( 245 )
tijdens het uitvoeren van een beweging, stopt alle bewegingen. Het stoppen van
bewegingen is progressief. Deze kan pas hernomen worden nadat de besturing in neutraal
gezet wordt.
• Alle schakelaars en bedieningsknuppels waarmee een beweging uitgevoerd kan worden,
komen automatisch in neutrale stand wanneer ze losgelaten worden.
• De status van de schakelaars en hendels wordt automatisch getest bij inschakeling. Een
schakelaar of hendel kan enkel gebruikt worden wanneer deze in neutrale stand
gedetecteerd wordt.
Een geluidssignaal (zoemer) weerklinkt in de volgende configuraties :
• Overbelasting.
• Machine in uitgevouwen positie op een helling die steiler is dan de toegestane helling.
• Controlelampjes - Alle controlelampjes worden getest
• Bij de inschakeling van de machine.
Tijdens verplaatsingen op een helling :
• Altijd de machine in de richting van de helling richten.
• Klap de machine volledig in.
• Rijd niet op hoge snelheid van hellingen af.
• Niet snel rijden in smalle of versperde zones. Gelieve de snelheid onder controle te houden in bochten
of nauwe bochten.
4001029730
E 07.22
NL
59
A
B
C
D
E
F
G
H
I