EEN ROLZOOM NAAIEN
De rolzoomsteek is geschikt voor dunne stoffen zoals batist, voile, organza, crêpe, enz. Voor de rolzoom past u de
draadspanning zo aan dat de stofrand onder de stof rolt tijdens het overlocken. Pas de draadspanning aan om de mate van het
rollen te veranderen. Om een rolzoom te naaien, moet u het instelhaakje van de naaitong op R zetten.
Tip: Rijg voor een mooie rolzoom de bovenste grijper in met decoratief garen en de naald en onderste grijper met dun normaal garen.
Let op: Maak een draadketting en test op een proe apje voordat u op uw kleding gaat naaien. Houd de draadketting vast voordat u gaat naaien
zodat de ketting niet in de zoom kan krullen.
Let op: De minimale overlocksteekbreedte voor een rolzoom is ongeveer 1,5 mm.
DEKSTEKEN NAAIEN
De deksteek kan worden gebruikt voor het bedekken, afwerken of doorstikken van halslijnen en voor het omzomen van de
onderkant van t-shirts en joggingpakken, enz., maar ook voor platte verbindingsnaden (gewone naden). De deksteek is het
meest geschikt voor elastische stoffen. Kan ook worden gebruikt voor geweven stoffen.
De machine instellen
1. Schakel het beweegbare bovenmesje uit (C) (zie pagina 10).
2. Zet het instelhaakje op R. (Zie pagina 12)
3. Verwijder naald B en naald A als deze zijn aangebracht.
4. Plaats de naalden C, D en/of E, afhankelijk van de gewenste deksteek.
5. Schakel de bovenste grijper uit (pagina 11).
6. Verwijder de bedekking van mesje S en installeer de deksteektabel C (pagina 12) De schaalverdeling op de deksteektabel
geeft de afstand aan, in cm en in inches, vanaf de middelste deksteeknaald. Gebruik de tabel als geleide bij het plaatsen
van de stofrand.
7. Sluit de voorklep.
Het uiteinde van de deksteeknaad vastzetten
Het is niet mogelijk een draadketting te maken na het naaien van een deksteek omdat de naad uitrafelt wanneer de grijperdraad
na het naaien wordt uitgetrokken. Maak het einde van de naad op de volgende manier vast.
Als u doornaait tot de rand van de stof
1. Knoop de bovendraden (2 of 3 draden) eerst aan elkaar, zoals op de
afbeelding te zien is.
2. Knoop deze draden aan de grijperdraden.
3. Knip extra draden af.
Als u halverwege stopt met naaien
1. Trek de bovendraden (2 of 3 draden) naar buiten op de onderkant van de stof
en knoop de draden op dezelfde manier vast als hierboven beschreven.
2. Knip extra draden af.
Let op: Gewoonlijk rafelen de naden bij het begin van het naaien niet uit, maar het is toch
verstandig de naaduiteinde vast te maken door dezelfde stappen te volgen die beschreven zijn als u
doornaait tot het einde van de stof.
32