11. TESTEN
(1) Zorg ervoor dat de deksels van de controle eenheiden van de binnen- en buitenunits zijn gesloten.
(2) Meer informatie vindt u in de paragraaf "BESTEED TIJDENS INSTALLATIE EXTRA AANDACHT
AAN DE VOLGENDE PUNTEN EN INSPECTEER NA INSTALLATIE" op pagina 4.
• Nadat de aanleg van de koelleidingen, de afvoerleidingen en de elektrische bedrading is voltooid dient u
het systeem uit veiligheid te testen.
11-1 TESTEN
1. Open de stopklep van de gasleiding.
2. Open de stopklep van de vloeistofleiding.
3. Elektrificeer het verwarningselement gedurende de 6 uren. (Niet nodig bij modellen die uitsluitend voor
koeling zjin ontwerpen)
4. Zet de unit met de afstandsbediening på koelen en druk de AAN/UIT-toets is om de unit in werking te
zetten (
).
5. Druk op de toets INSPECTIE / WERKINGSTEST 4 keer (
ingen) en test de unit gedurende 3 minuten.
6. Druj de LUCHTSTROOMRICHTINGREGELAAR (
7. Druk op de toets INSPECTIE / WERKINGSTEST (
8. Controleer de werking van de unit conform de gebruiksaanwijzing.
VOORZORGSMAATREGELEN
1. Als het apparaat niet of niet goed werkt vindt u meer informatie in paragraaf "11-2 DIAGNOSES BIJ
STORINGEN".
2. Druk, nadat de test is uitgevoerd, eenmaal op de toets INSPECTIE / WERKINGSTEST om het apparaat
in de inspectiemodus te schakelen en controleer of de code "00" (=normaal) wordt weergegeven.
Raadpleeg, als er een code wordt weergegeven (behalve "00", paragraaf "11-2 DIAGNOSES BIJ STORINGEN".
OPMERKING
• Wanneer het apparaat niet werkt als gevolg van een storing, kunt u een diagnose stellen met behulp van
de onderstaande storingentabel.
11-2 DIAGNOSES BIJ STORINGEN
Wanneer de voeding ingeschakeld is kunt u het type storing bepalen aan de hand van de storing-
scode die wordt weergegeven op het LCD-scherm van de afstandsbediening.
Controleer, wanneer er geen melding op het LCD-scherm van de afstandsbediening wordt weergegeven, de
volgende items voordat u een storingsoorzaak op basis van een storingscode vaststelt.
• Losse of verkeerd aangesloten bekabeling (tussen de voeding en de buitenunit, tussen de buiten- en de
binnenunit of tussen de binnenunit en de afstandsbediening)
• Doorgebrande zekering in de binnen- of buitenunit
• Op het LCD-scherm wordt de melding "88" kort weergegeven nadat de voeding werd ingeschakeld.
Dit betekent dat de werking van de afstandsbediening gecontroleerd wordt; dit is geen aanwijzing voor een storing.
Storingsoorzaken bepalen met behulp van de codes op het LCD-scherm van de afstandsbediening.
1. Bij de aangesloten afstandsbediening. (OPMERKING 1)
Wanneer het systeem stopt als gevolg van probleem knipperen de verklikkerlamp en "
ingcode weergegeven op het LCD-scherm. Zoek in dat geval de weergegeven storingscode op in de tabel met
storingcodes bij groepsbediening; op die manier vindt u de oorzaak van de storing. (OPMERKING 2)
2. Met de draadloze afstandsbediening.
(Zie ook de bedieningshandleiding van de draadloze afstandsbediening)
Wanneer het apparaat stopt als gevolg van een storing, zal het display op de binnenunit knipperen. Zoek
in dat geval de weergegeven storingscode op in de tabel met storingcodes; op die manier vindt u de
oorzaak en een manier om deze storing te verhelpen. (OPMERKING 2)
(1) Druk op de toets INSPECTIE /WERKINGSTEST, "
(2) Druk op de toets DE TIJD PROGRAMMEREN en lees het apparaatnummer af waarbij de storing is opgetreden.
Aantal pieptonen 3 korte pieptonen.........Voer de volgende stappen allemaal uit
Nederlands
1 korte pieptoon...........Voer de stappen (3) en (6) uit
1 lange pieptoon ..........Geen storing
) in (2 keer bij draadloze afstandsbedien-
TEST
) in om te controleren of de unit functioneert.
) in en laat de unit normaal werken.
TEST
" wordt weergegeven en "0" knippert.
" en wordt de stor-
22