• Wanneer de leiding via de linkerzijde wordt geleid, moet de rubber stop en de isolatie op de doorvoeropen-
ing voor de afvoerleiding worden verwijderd en aan de rechterzijde op het apparaat worden gemonteerd.
Steek de rubber stop in dat geval volledig in de leiding om lekkage te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de leidingdiameter gelijk is aan of groter is dan de leidingdiameter van de installatie. (PVC-buis,
nominale diameter 20 mm, uitwendige diameter 26 mm)
• Zorg ervoor dat de afvoerleiding zo kort mogelijk is en afloopt met tenminste 1/100 om luchtbelvorming te
voorkomen. (Zie Afb. 19)
Afb. 19
Goed
VOORZORGSMAATREGELEN
Door opgehoopt water in de afvoerleidingen kan de afvoer verstopt raken.
• Gebruik de meegeleverde afvoerslang (1) en klem (2).
Schuif de afvoerslang volledig over de aansluiting van de lekschaal en bevestig de klem op de grijze tape.
(Zie Afb. 20)
Draai de schroeven op de steun zover los tot er nog 4 mm schroefdraad over is. (Let op de bevestiging-
srichting om te voorkomen dat de klem in aanraking komt met de inlaatgrille.) (Zie Afb. 21)
Afb. 20
Tape (grijs)
Afb. 21
Afdichtmiddel
(8) (bevestigd)
Klem (2)
(bevestigd)
< Naar rechts achter of naar rechts >
• Isoleer de klem en de afvoerslang vanaf de onderzijde met de meegeleverde isolatiemat (8). (Zie Afb. 21)
• Isoleer de hele afvoerleiding binnenshuis.
• Zorg ervoor dat er geen slag in de afvoerslang binnenin de binnenunit komt. (Zie Afb. 22)
(Door slag in de afvoerslang kan de luchtinlaatgrille breken.)
13
Scheef omlaag
Klem (2) (bevestigd)
Afvoerleiding (1) (bevestigd)
< Naar links achter of naar links >
Niet omhoog.
Fout
Klem (2) (bevestigd)
Afdichtmiddel
(8) (bevestigd)
(Lengte: mm)
Zorg ervoor dat
er geen slag in
de slang zit.
Zorg ervoor dat het
uiteinde niet onder
water staat.
Afb. 22
Fout
Nederlands