Niet aanbevolen, maar voor noodgevallen
In principe dient u altijd een momentsleutel te gebruiken maar als die niet beschikbaar is, kunt u de hieronder
beschreven installatiemethode toepassen.
Controleer altijd of er geen lekken zijn als het werk klaar is.
Als u de optrompbout met een sleutel aandraait, komt er een punt waarop het aantrekkoppel plotseling toe-
neemt. Vanaf dat punt draait u de bout nog verder over de hoek die hieronder wordt aangegeven:
Pijpdiameter
φ6,4 (1/4")
φ9,5 (3/8")
φ12,7 (1/2")
φ15,9 (5/8")
VOORZORGSMAATREGELEN
LET OP DE VOLGENDE PUNTEN BIJ HET MAKEN VAN SOLDEERVERBINDINGEN
"Gebruik geen vloeimiddel bij het maken van een soldeerverbinding tussen koperen koelmiddelleidingen.
Gebruik daarvoor in de plaats fosfor-kopersoldeer (BCuP-2: JIS Z 3264/B-Cu93P-710/795: ISO 3677)
waarvoor geen vloeimiddel nodig is."
(Vloeimiddel is erg schadelijk voor koelmiddelleidingystemen. Wanneer bijvoorbeeld een vloeimiddel op basis
van chloride wordt gebruikt zullen de leidingen corroderen en wanneer het vloeimiddel fluor bevat zal de
koelmiddelolie worden aangetast.)
• Blaas, voordat u soldeerverbindingen maakt in koelmiddelleidingen, stikstof door de leidingen om aanwezige
lucht uit de leidingen te verdringen.
Als u soldeerverbinding maakt zonder de beschermende stikstofatmosfeer zal een grote hoeveelheid oxidefilm
in de leidingen ontstaan, die een systeemstoring zou kunnen veroorzaken.
• Vervang, wanneer de koelmiddelleidingen moeten worden gesoldeerd, eerst het aanwezige koelmiddel in de
koelmiddelleidingen door stikstof. Sluit de binnenunit met een flens- of trompverbinding aan zodra dit
gebeurd is.
• De stikstofdruk moet met behulp van een reduceerventiel worden ingesteld op 0,02 MPa wanneer tijdens
het vullen van de leidingen een soldeerverbinding moet worden gemaakt. (Zie Afb. 12)
Koelmiddelleiding
• Breng, nadat u de verbinding heeft getest op gaslekkage, zorgvuldig de warmte-isolatie van de verbinding aan
volgens de specificaties uit de volgende grafiek en breng deze aan op de punten (6) en (7). (Bevestig beide
uiteinden met de klemmen (4)) (Zie Afb. 13)
• Wikkel de afdichtmat (9) alleen om de isolatie voor de verbindingen aan de gaszijde.
(Zie Afb. 13)
VOORZORGSMAATREGELEN
Isoleer alle ter plaatse gemonteerde leidingen helemaal tot aan de leidingkoppeling binnenin het appa-
raat. Wanneer iemand een niet-geïsoleerde leiding aanraakt kan deze een brandwond oplopen of kan
daardoor condens worden gevormd op de leiding.
Nederlands
Aantal graden doordraaien
60 à 90 graden
60 à 90 graden
30 à 60 graden
30 à 60 graden
Te solderen
onderdeel
Stikstof
Afb. 12
Aanbevolen armlengte van gereedschap
Circa 150 mm
Circa 200 mm
Circa 250 mm
Circa 300 mm
Reduceerventiel
Tape
handafsluiter
Stikstof
10