Opmerking:
Draai de schroef rechtsom om de
snelheid te verlagen en linksom om de snelheid
te verhogen.
Als de machine naar links trekt, moet u de
snelheid voor de rechterhendel verlagen of de
snelheid voor de linkerhendel verhogen.
Als de machine naar rechts trekt, moet u de
snelheid voor de linkerhendel verlagen of de
snelheid voor de rechterhendel verhogen.
1. Stelschroef
4.
Start de machine en rijd vooruit op een vlakke,
horizontale ondergrond met de rijhendels
volledig naar voren om te controleren of de
machine recht rijdt. Herhaal deze procedure als
dit nodig is.
Lager van draaipunt van
zwenkwiel afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan)
Opmerking:
Voor machines van 91 cm: draai
de bovenste bout op de zwenkwielen vast. Voor
machines van 122 cm: volg de procedure.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
Figuur 46
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Verwijder de stofkap van het zwenkwiel en draai
de borgmoer aan
4.
Draai de borgmoer aan totdat de veerringen vlak
liggen, en draai deze vervolgens een ¼ slag
terug om de voorspanning op de lagers correct
af te stellen
Belangrijk:
goed zijn geplaatst, zoals getoond in
47.
5.
Plaats de stofkap
g299908
1. Veerringen
2. Borgmoer
Onderhoud van
zwenkwielen en lagers
De zwenkwielen draaien op een rollager die wordt
ondersteund door een spanbus. Als het lager steeds
goed gesmeerd is, zal de slijtage zeer gering zijn.
Indien dat niet het geval is, zal het lager snel slijten.
Een slingerend zwenkwiel duidt erop dat het lager is
versleten.
1.
Verwijder de borgmoer en de wielbout
waarmee het zwenkwiel is bevestigd aan de
zwenkwielvork
37
(Figuur
47).
(Figuur
47).
Zorg ervoor dat de veerringen
(Figuur
47).
Figuur 47
3. Stofkap
(Figuur
48).
Figuur
g001297