Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

PIONEER DJ DDJ-RB Handleiding pagina 7

Verberg thumbnails Zie ook voor DDJ-RB:
Inhoudsopgave

Advertenties

Mixergedeelte
1 TRIM-instelling
Regelt de extra versterking voor de weergave van het individuele kanaal.
2 EQ (HI, MID, LOW)-instellingen
Versterkt of verzwakt frequenties voor de diverse kanalen.
3 FILTER-instelling
Schakelt het filtereffect voor elk kanaal in.
Wanneer de instelling op de middenpositie wordt gezet, wordt het
oorspronkelijke geluid uitgestuurd.
Rechts draaien: een grensfrequentie voor het laagdoorlaatfilter wordt geleidelijk
verlaagd.
Links draaien: een grensfrequentie voor het hoogdoorlaatfilter wordt geleidelijk
verhoogd.
4 MASTER LEVEL-instelling
Regelt het geproduceerde mastervolume.
5 HEADPHONES LEVEL-instelling
Regelt het uitgangsniveau van de [PHONES]-uitgangsaansluiting.
6 HEADPHONES CUE MASTER-selectietoets
Wordt ingeschakeld om het mastergeluid van de hoofdtelefoon uit te sturen.
! Druk nogmaals om de uitvoer uit te schakelen.
[SHIFT] + indrukken:
Wordt in- of uitgeschakeld om elk paneel van rekordbox weer te geven.
7 HEADPHONES CUE 1/2-selectietoetsen
Wordt ingeschakeld om geluid van de hoofdtelefoon uit te sturen wanneer de
toets wordt ingedrukt.
! Druk nogmaals om de uitvoer uit te schakelen.
[SHIFT] + indrukken:
U kunt het tempo van het muziekstuk instellen door op de toets te tikken.
(Tikfunctie)
8 Kanaalniveau-aanduiding
Toont het geluidsniveau van de diverse kanalen voor ze door de kanaalfaders
geleid worden.
9 Kanaalfader
Verplaatsen:
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden uitgestuurd via elk kanaal.
[SHIFT] + verplaatsen:
Gebruikt de kanaalfaderstartfunctie.
= De kanaalfaderstartfunctie gebruiken (p. 15)
a Crossfader
Stuurt het geluidssignaal uit dat is toegewezen met de toewijzingsschakelaar
voor de crossfader.
[SHIFT] + verplaatsen:
De startfunctie van de crossfader-regelaar wordt gebruikt.
= De crossfaderstartfunctie gebruiken (p. 15)
Effectgedeelte
1 FX ON/OFF-toets
Schakelt de beat FX in en uit.
[SHIFT] + indrukken:
Wisselt tussen de soorten beat FX.
2 FX BEAT-instellingc-toets
Verlaagt de beat-fractie voor het synchroniseren van het beat FX effectgeluid elke
keer dat de toets wordt ingedrukt.
[SHIFT] + indrukken:
Stelt de beat FX-tempofunctie in op de BPM-autostand. De BPM-waarde van het
muziekstuk wordt gebruikt als de basis voor het tempo van het effect.
3 FX BEAT-instellingd-toets
Verhoogt de beatfractie voor het synchroniseren van het beat FX-effectgeluid
elke keer dat de toets wordt ingedrukt.
[SHIFT] + indrukken:
Stelt de beat FX-tempofunctie in op de BPM-tikstand. De BPM-waarde die wordt
gebruikt als basis voor beat FX wordt berekend aan de hand van de snelheid
waarmee er op de toets wordt getikt.
4 FX LEVEL/DEPTH-instelling
Past de beat FX-parameter aan.
7
Nl

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave