De instellingen wijzigen
De hulpprogrammatuurstand opstarten
Als de hulpprogrammatuurstand wordt opgestart terwijl de DJ-toepassing
geopend is, wordt de instelstatus mogelijk niet correct weergegeven.
1 Koppel de USB-kabel los van uw computer.
2 Houd de [SHIFT]-toets en de [PLAY/PAUSE f]-toets op
het linker deck ingedrukt en sluit de USB-kabel aan op de
computer.
De hulpprogrammatuurstand wordt nu opgestart.
3 Nadat de hulpprogrammatuurstand is opgestart, kunt
u met de controller de items bedienen waarvan u de
instellingen wilt veranderen.
Zie de uitleg hieronder voor de instellingen die u kunt wijzigen.
4 Koppel de USB-kabel los van de computer en schakel het
toestel uit.
Terwijl het toestel wordt uitgeschakeld, worden de instellingen opgeslagen en de
hulpprogrammatuurstand wordt afgesloten.
Hulpprogrammatuurstanden
U kunt de volgende instellingen wijzigen:
! MIDI-regelaarinstelling
! Master-uitvoer in mono- of stereo-instelling
! Instelling voor piekbegrenzer master-uitvoer
! Instelling voor piekbegrenzer microfoonuitvoer
! Instelling demostand
Het toestel geforceerd als algemene MIDI-
regelaar gebruiken
Afhankelijk of rekordbox wordt uitgevoerd, verandert de werking van het toestel
automatisch zoals hieronder wordt uitgelegd.
! Als rekordbox wordt uitgevoerd, is de werking van de controller afhankelijk van
de rekordbox dj-functies.
! Als rekordbox niet wordt uitgevoerd, werkt het toestel als een algemene
MIDI-regelaar.
Ook als rekordbox wordt uitgevoerd, kunt u het toestel geforceerd als een algemene
MIDI-regelaar gebruiken.
Druk op de [FX ON]-toets op het linker deck.
! [FX ON]-toets gedoofd: de werking verandert automatisch naargelang rekordbox
wordt uitgevoerd of niet.
! [FX ON]-toets opgelicht: het toestel werkt als een algemene MIDI-regelaar
ongeacht of rekordbox wordt uitgevoerd of niet.
Mono- of stereogeluid omschakelen
Stel het uitgestuurde geluid van de [MASTER]-aansluiting in op mono of stereo.
! De standaardinstelling is stereogeluid.
Druk op de [HOT CUE]-toets.
! [HOT CUE]-toets gedoofd: monogeluid wordt uitgestuurd.
! [HOT CUE]-toets opgelicht: stereogeluid wordt uitgestuurd.
Het niveau voor de piekbegrenzer van de
master-uitvoer instellen
Vermindert plotselinge, onaangename digitale clipping van de master-uitvoer.
! Standaard is de piekbegrenzer van de master-uitvoer ingeschakeld.
Druk op de [PAD FX1]-toets.
! [PAD FX1]-toets gedoofd: de piekbegrenzer van de master-uitvoer is
uitgeschakeld.
! [PAD FX1]-toets opgelicht: de piekbegrenzer van de master-uitvoer is
ingeschakeld.
Het niveau voor de piekbegrenzer van de
microfoonuitvoer instellen
Vermindert plotselinge, onaangename digitale clipping van de microfoonuitvoer.
! Standaard is de piekbegrenzer van de microfoonuitvoer ingeschakeld.
Druk op de [SLICER]-toets.
! [SLICER]-toets gedoofd: de piekbegrenzer van de uitvoer is uitgeschakeld.
! [SLICER]-toets opgelicht: de piekbegrenzer van de uitvoer is ingeschakeld.
De instelling van de demostand wijzigen
Op dit toestel wordt de demostand ingeschakeld wanneer er onder normale
gebruiksomstandigheden gedurende de opgegeven tijd geen handelingen worden verricht.
! Standaard wordt de demostand ingeschakeld wanneer er 10 minuten lang geen
handelingen wordt verricht.
! Wanneer u een instelling of toets op dit toestel gebruikt tijdens de demostand,
wordt de demostand geannuleerd.
Druk op een performancepad op het linker deck om de
instelling te selecteren.
Welke waarde op een gegeven moment is ingesteld wordt aangeduid door de toets
die is opgelicht.
UIT
Instelling 1
! UIT: demostand is uitgeschakeld.
! Instelling 1: de demostand wordt ingeschakeld nadat er gedurende 1 minuut
geen handelingen zijn verricht.
! Instelling 2: de demostand wordt ingeschakeld nadat er gedurende 5 minuten
geen handelingen zijn verricht.
! Instelling 3: de demostand wordt ingeschakeld nadat er gedurende 10 minuten
geen handelingen zijn verricht.
De instellingen op rekordbox wijzigen
Op rekordbox kunt u de gewenste instelling voor DJ-optredens wijzigen.
Wijzig de instellingen onder [Controller] van [Voorkeuren].
Wanneer u het toestel aansluit op rekordbox, kunnen de volgende instellingen
worden gewijzigd.
Tabblad [Controller] > [Deck]
[Back Spin Length]-instelling
Wanneer u de backspin op de instelknop bedient, laat u de backspin langer duren
dan het werkelijke draaien van de instelknop.
Voor de lengte van de backspint kunt u kiezen uit drie opties: kort, normaal en lang.
[kort]: korte backspinlengte
[Normaal]: normale backspinlengte
[Lang]: lange backspinlengte
Tabblad [Controller] > [Mixer]
[Fader Start]-instelling
Wijzig de instelling van de faderstartfunctie.
Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en vink de optie [Activate the fader start when
moving a channel fader or the cross fader while pressing the SHIFT button.]
aan wanneer u de kanaalfader of de crossfader bedient om de instelling te activeren.
[Crossfader] – [Reverse]-instelling
Stel links of rechts in voor de crossfader.
[Aan]: van crossfader is de linkerkant [DECK2] en de rechterkant [DECK1].
[Uit]: van crossfader is de linkerkant [DECK1] en de rechterkant [DECK2].
[Crossfader] – [Cut Lag]-instelling
Pas de cut-lag aan beide uiteinden van de crossfader aan.
Deze kan worden ingesteld tussen 0,3 mm en 5,5 mm in stappen van 0,1 mm.
! De standaardinstelling is 1,0 mm.
[Level Meter]-weergave-instelling
Stel de kanaalniveaumeter of de master-niveaumeter in voor weergave op de
niveaumeter op het mengpaneel.
! De standaardinstelling is [Channel Level].
[Channel Level]: het kanaalniveau wordt weergegeven.
[Master Level]: het master-niveau wordt weergegeven.
[Microfooningang] – [Low Cut Filter]-instelling
Voor microfoongeluid stelt u een filter in dat geluiden dempt die lager zijn dan de
menselijke stem.
Dit hoogdoorlaatfilter vermindert de invoer van achtergrondgeluid, zoals geluid van
een luidspreker.
[On]: het hoogdoorlaatfilter voor het microfoongeluid is ingeschakeld.
[Off]: het hoogdoorlaatfilter voor het microfoongeluid is uitgeschakeld.
Instelling 2
Instelling 3
Nl
17