10. PROBLEMEN OPLOSSEN
10.1. PROBLEMEN
Probleem
Er wordt koude lucht de woonruimte ingeblazen.
Oorzaak
De lucht koelt af in de kanalen.
Toevoerlucht ventilator en afvoerlucht
ventilator zijn niet goed uitgebalanceerd.
Probleem
• Het ventilatiesysteem werkt niet meer.
• De ventilatoren draaien niet.
• Het bedieningspaneel werkt niet.
Oorzaak
De netspanning is onderbroken.
Er is een zekering doorgebrand in het
ventilatiesysteem.
Probleem
Het ventilatiesysteem maakt veel lawaai en trilt.
Oorzaak
Een van de ventilatoren is uit evenwicht.
Probleem
Het ventilatiesysteem lekt.
Oorzaak
De condens kan niet weglopen.
Probleem
De toevoerlucht ventilator is uitgeschakeld.
Oorzaak
Zomer modus is aan.
De vorst beveiliging staat aan.
Probleem
• Het lukt niet om de geïnstalleerde ServoFlow kits (optionele accessoires) te kalibreren.
• De leds van de ventilatorsnelheid knipperen.
•
Het symbool op het bedieningspaneel knippert 13x rood.
Oorzaak
Er is een storing in het apparaat.
De systeemdruk is te laag.
De systeemdruk is te hoog.
Oplossing
• Controleer de installatie en de werking van het systeem.
• Controleer de isolatie van de buitenlucht en afvoer lucht kanalen.
• Pas de luchtstroom aan met behulp van een drukverschil meter (zie p. 26)
Oplossing
• Herstel de netspanning.
• Bel naar de klantenservice van een gespecialiseerd bedrijf om de zekering
te laten controleren en vervangen.
Oplossing
• Bel naar de klantenservice van een gespecialiseerd bedrijf om de
ventilator te laten controleren en indien nodig vervangen.
Oplossing
• Bel naar de klantenservice van een gespecialiseerd bedrijf om te laten
controleren of de condensleiding, het condens afvoer en de sifon correct
werken. Laat ze reinigen.
Oplossing
• Schakel de zomermodus uit als u deze niet langer wil gebruiken. Zie p.
48.
Normale werking van het ventilatiesysteem. Dit symbool brandt
wanneer de vorstbescherming geactiveerd is.
Oplossing
• Bel naar de klantenservice van een gespecialiseerd bedrijf.
• Controleer of de drukslangen correct zijn aangesloten tussen de
drukverschilmeetpunten 1 en 2 en de druksensoren van de ServoFlow kit.
• Controleer of de drukslangen van de ServoFlow kit correct zijn
aangebracht. De drukslangen mogen niet gebogen zijn.
• Bel naar de klantenservice van een gespecialiseerd bedrijf om te laten
controleren of de luchtleidingen correct zijn aangesloten.
• Controleer of alle ventilatieroosters, kleppen en luchtuitlaten open zijn.
51