1. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
OPGELET
Het apparaat mag worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen
met verminderde lichamelijke, zintuiglij-
ke of geestelijke vermogens of met gebrek
aan ervaring en kennis, als zij onder toe-
zicht staan of instructies hebben gekre-
gen over het veilige gebruik van het ap-
paraat en begrijpen welke gevaren eraan
verbonden zijn. Kinderen mogen niet met
het apparaat spelen. De reiniging en het
onderhoud waarvoor de gebruiker zelf in-
staat, mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
Om verwondingen of schade te voorkomen, moeten
de volgende veiligheidsinstructies worden nageleefd:
• Lees aandachtig deze gebruiks en installatie in-
structies alvorens het ventilatiesysteem te installe-
ren, gebruiken, onderhouden of repareren.
• Alleen bevoegde deskundigen mogen installatie ,
reparatie en elektriciteitswerkzaamheden uitvoe-
ren.
• Leef alle wettelijke en nationale voorschriften na tij-
dens de installatie, inbedrijfstelling en reparatie van
het ventilatiesysteem (bepalingen ter preventie van
arbeidsongevallen en algemeen erkende regels van
de techniek).
• Raadpleeg de plaatselijke dienst die bevoegd is voor
schoorstenen als u een open haard gebruikt, zelfs
als deze niet afhangt van de binnen lucht.
• Bewaar deze gebruiks en installatie instructies op
een veilige plaats of bij het ventilatiesysteem, want
er staat belangrijke informatie in over het gebruik.
Zie Checklist preventief onderhoud op p. 54 en In-
bedrijfstelling op p. 20.
• De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die
het gevolg is van verkeerde opslag, installatie, be-
diening of reparatie, ontoereikend onderhoud of
oneigenlijk gebruik.
• We behouden ons het recht voor om technische
wijzigingen aan te brengen.
• Er moeten voorzorgsmaatregelen worden getrof-
fen om te vermijden dat gassen terug de ruimte in
drijven uit een open gaskanaal of andere appara-
ten die op brandstof werken (voor buis en muur-
ventilatoren).
In de vaste bekabeling moeten zekeringen
voorzien zijn, in overeenstemming met
de bekabelingsvoorschriften. Er moet
een externe zekering/werkschake laar
worden voorzien, die specifi ek is voor het
apparaat. Deze moet aan de volgende
voorwaarden voldoen:
1) De zekering koppelt de voeding los,
terwijl ontkoppeling van de 'nul" opti-
oneel is.
2) De stand OFF moet duidelijk aangege-
ven zijn.
3) De inrichting moet zo geplaatst zijn dat
deze makkelijk te bedienen is.
4) De stroombeveiliging moet minstens
16 A, 250 V zijn, met C-karakteristiek.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet
deze worden vervangen door de fabrikant,
zijn onderhoudsdienst of een andere be-
voegde persoon, om elk risico te voorko-
men.
2. ALGEMENE INSTRUCTIES
2.1. BEOOGD GEBRUIK
Het ventilatiesysteem SABIK is bedoeld voor de vraag ge-
stuurde ventilatie van eengezinswoningen.
De unit zorgt voor een constant, evenwichtig ventilatie-
systeem dat oude, onzuivere lucht afzuigt uit vochtige
ruimten en tegelijkertijd verse, gefi lterde, getemperde
lucht aanvoert naar de woonruimten.
De unit is standaard voorzien van fi lters in de in en uitlaat
om de binnenkomende lucht te zuiveren en de warmte-
wisselaar te beschermen.
Het is mogelijk om de bedrijfsrichting te selecteren op
de unit (A versie = aanzuig/afzuig links; B versie = aan-
zuig/afzuig rechts). Zo is de unit makkelijk ter plaatse
aan te passen en te installeren. Het is ook mogelijk om
de aanzuiglucht aan de onderkant van de unit aan te
sluiten.
2.2. ONEIGENLIJK GEBRUIK
Het ventilatiesysteem SABIK mag alleen worden ge-
bruikt zoals is beschreven onder 'beoogd gebruik'. Elk
ander gebruik is verboden.
Het ventilatiesysteem mag bovendien niet worden geïn-
stalleerd in een ruimte waar het kouder is dan +12°C.
Het ventilatiesysteem SABIK mag niet worden gebruikt
zonder buitenluchtfi lter en afzuigluchtfi lter.
Het mag alleen worden uitgeschakeld voor onderhoud
en reparaties. Centrale ventilatiesystemen zijn door-
gaans bedoeld om continu te werken. Wanneer het ven-
tilatiesysteem onverwacht wordt uitgeschakeld, kan er
condens ontstaan in de leidingen en kan het systeem
beschadigd raken. Daarom moeten de buitenlucht en af-
5